Wetter auf Niederländisch
Melden Sie sich kostenlos an, um alle Informationen zum Privatunterricht und unseren verfügbaren Gruppenkursen (A1, A2, B2, B2, C1, C2) zu erhalten.
Gratis anmeldenMelden Sie sich kostenlos an, um alle Informationen zum Privatunterricht und unseren verfügbaren Gruppenkursen (A1, A2, B2, B2, C1, C2) zu erhalten.
Gratis anmelden
Het is eindelijk lente in Nederland. Mario en zijn vrienden gaan na school naar het park.
Mario: Het is eindelijk warm!
Joost: Wat een heerlijk weer, hé?
Mario: Ja, de laatste weken waren verschikkelijk.
Joost: Ik weet het. Alleen maar regen en wind.
Mario: Ik heb de zon denk ik drie weken lang niet meer gezien.
Joost: Hoe is het weer in het weekend? Zullen we naar het strand gaan?
Mario: Dat lijkt me leuk. Zaterdag zal het bewolkt zijn maar zondag schijnt de zon wel en het wordt 20 graden!
Joost: Super, laten we dus zondag gaan!
Wetter | Sätze | |
---|---|---|
![]() | de zon, zonnig, warm, heet, droog | De zon schijnt. Het is zonnig. Het is warm weer. Het is heet en droog in de Sahara. |
![]() | de regen, regenen, nat | De regen maakt ons nat. Het regent hard. |
![]() | de wolk, bewolkt | De wolken zijn donker. Vandaag is het bewolkt. |
![]() | het onweer, onweren, de bliksem, de donder | Ik ben bang voor onweer. Het ontweert morgen weer. De donder komt altijd na de bliksem. |
![]() | de sneeuw, de vorst, sneeuwen, koud
| Ik hou van sneeuw in de winter. In de winter krijg je vorst op de auto's. Met kerst zal het sneeuwen. Het is koud. |
![]() | de regenboog | Als de zon schijnt en het ook regent, dan zie meestal een regenboog. |
![]() | de wind, winderig, de storm | Aan zee heb je meer wind dan in de binnenstad. Het is winderig. De storm heeft alle huizen verwoest. |
Nun kennst du alle Begriffe, um das Wetter im Niederländischen auszudrücken. Um dein Wissen weiter zu vertiefen, versuche dich an unseren kostenlosen Übungen! Succes!
Nimm online Unterricht mit einem professionellen Lehrer