Wochentage, Monate und Jahreszeiten auf Niederländisch

Mario sitzt in einer Vorlesung. Der Professor weist die Studenten auf eine Abgabe hin. Mario plant Zeit mit seinem Kommilitonen Joost ein. Außerdem unterhalten sie sich über Urlaubspläne.

Mario:             Ik ben helemaal vergeten dat we volgende week maandag de groepsopdracht al moeten inleveren. ik heb geen tijd in het weekend. Zaterdag moet ik werken en zondag heb ik een voetbalwedstrijd.

Joost:             Dan moet je alles in de week doen.

Mario:             Je hebt gelijk. Dat zou moeten lukken. Zullen we morgen afspreken en samen eraan werken?

Joost:             Ja, zeker. Elke dag dus? Ik kan dinsdag vanaf 3 uur. Woensdag ben ik de hele dag vrij, donderdag  en vrijdag kan ik meteen na de les.

Mario:           OK.

Joost:             Ik heb trouwens gisteren mijn zomervakantie geboekt.

Mario:             Waar ga je heen?

Joost:             Ik ga in December, dus de Nederlandse winter, naar Zuid-afrika. Daar is het dan namelijk zomer. Slim, hé?

Mario:            Ja, dat klopt. Ik ben jaloers.

Joost:             Ik heb er ook heel veel zin in.

Wochentage auf Niederländisch

Hast du eine Frage?

Nimm online Unterricht mit einem professionellen Lehrer

1. Muttersprachliche und verifizierte Lehrer
2. Gratis Probestunde
3. Inklusive Lernmaterialien

Jasmin B.

Eleonore G.

Saskia D.

Bart N.

Anco P.

Holger V.

HUGUES JPM P.

Paul K.

Marleen S.

Jan V.

Gratis anmelden

Monate auf Niederländisch

Hier eine Tabelle mit den Monaten auf Niederländisch mit der deutschen Übersetzung.

Die Jahreszeiten auf Niederländisch

- lente

- zomer

- herfst

- winter

Weitere Zeitangaben

Hiernach findest du noch eine Tabelle mit weiteren Begriffen, die die Zeit angeben.

Zusammenfassung

Nach diesem Kapitel kannst du die Wochentage, Monaten und Jahreszeiten auf Niederländisch. Dazu ist hinzuzufügen, dass die niederländische Woche am Sonntag anfängt. Benutze unsere Übungen, um zu gucken, ob du alles verstanden hast! Succes!