Bijwoorden van graad in het Engels
Meld je gratis aan voor alle informatie over privélessen en onze beschikbare groepscursussen (A1, A2, B2, B2, C1, C2)
Schrijf je gratis inMeld je gratis aan voor alle informatie over privélessen en onze beschikbare groepscursussen (A1, A2, B2, B2, C1, C2)
Schrijf je gratis inDe Engelse bijwoorden van graad worden in dit hoofdstuk besproken. De bijwoorden van graad geven informatie over de intensiteit of graad van een actie, bijvoeglijk naamwoord of een ander bijwoord.
De Engelse bijwoorden van graad informeren ons over de intensiteit van een actie, bijvoegljik naamwoord of een ander bijwoord. Normaal gesproken staan deze bijwoorden voor de actie, het bijvoeglijk naamwoord of bijwoord dat ze benadrukken.
Volg online taallessen met een professionele leraar
De tabel toont een lijst van de meest gebruikte bijwoorden van graad in het Engels.
Bijwoord | Voorbeeld | Vertaling |
---|---|---|
Almost | We are almost there. | We zijn er bijna. |
At least | You should work out at least once a week. | Je moet minstens een keer per week sporten. |
At most | It took Kaitlin an hour at most to get ready. | Het kostte Kaitlin maximaal een uur om klaar te zijn. |
Completely | I completely forgot about my appointment with the dentist. | Ik was mijn afspraak met de tandarts helemaal vergeten. |
Enough | Do you have enough money to do the groceries? | Heb je genoeg geld om de boodschappen te doen? |
Even | The weather was so good, we could even swim. | Het weer was zo goed, we konden zelfs zwemmen. |
Extremely | The water was extremely hot. | Het water was extreem heet. |
Fairly | We are fairly certain about this fact. | We zijn redelijk zeker over dit feit. |
Far | You have traveled far today, haven't you? | Je hebt vandaag ver gereisd, niet waar? |
Hardly | I could hardly recognize her after her surgery. | Ik kon haar bijna niet herkennen na haar operatie. |
Just | They were just leaving the house. | Ze gingen net weg uit het huis. |
Mainly | I mainly drink water. | Ik drink voornamelijk water. |
Mostly | We mostly go to the beach on Saturdays. | We gaan meestal op zaterdag naar het strand. |
Not at all | She is not at all happy about it. | Ze is er helemaal niet blij mee. |
Only | We can only imagine how you are feeling. | We kunnen ons alleen maar voorstellen hoe je je voelt. |
Quite | The book that I am reading is quite interesting. | Het boek dat ik aan het lezen ben, is best interessant. |
Pretty | The weather was pretty cold today. | Het weer was best koud vandaag. |
Rather | I'd rather stay at home tonight. | Ik blijf liever thuis vanavond. |
Really | We are really happy for you. | Ik ben erg blij voor je. |
Scarcely | They had scarcely eaten, when she came to visit. | Ze hebben nauwelijks gegeten, toen ze op bezoek kwam. |
So | He can be so annoying sometimes. | Hij kan soms zo vervelend zijn. |
Too | You are too nice to people. | Je bent te aardig tegen mensen. |
Very | She is very tired, because she stayed up all night. | Ze is erg moe, omdat ze de hele nacht wakker was. |
Doe de oefeningen om je kennis te testen!