Bijwoorden van tijd in het Engels
Meld je gratis aan voor alle informatie over privélessen en onze beschikbare groepscursussen (A1, A2, B2, B2, C1, C2)
Schrijf je gratis inMeld je gratis aan voor alle informatie over privélessen en onze beschikbare groepscursussen (A1, A2, B2, B2, C1, C2)
Schrijf je gratis inDit hoofdstuk bespreekt de Engelse bijwoorden van tijd. Deze bijwoorden vertellen ons wanneer een actie plaatsvindt, hoe lang de actie duurt en hoe vaak deze actie plaatsvindt.
Bijwoorden van tijd beschrijven wanneer een actie plaatsvindt, de duur en hoe vaak. Deze bijwoorden staan meestal aan het eind van de zin, maar kunnen ook aan het begin van de zin staan om de nadruk te leggen op de tijd.
Volg online taallessen met een professionele leraar
De tabel toont een lijst van veel gebruikte bijwoorden van tijd in het Engels.
Bijwoorden | Voorbeeld | Vertaling |
---|---|---|
Already | I have already eaten a banana. | Ik heb al een banaan gegeten. |
After | After lunch we will go to the supermarket. | Na de lunch gaan we naar de supermarkt. |
Before | I have never seen her before. | Ik heb haar nooit eerder gezien. |
Ealier | She got home earlier then expected. | Ze kwam eerder thuis dan verwacht. |
Early | We have to wake up early. | We moeten vroeg wakker worden. |
Eventually | Eventually he paid her the money back. | Uiteindelijk betaalde hij haar terug. |
Finally | I finally got a dog for my birthday. | Ik heb eindelijk een hond gekregen voor mijn verjaardag. |
First | They went home first. | Zij gingen als eerste naar huis. |
In the morning | In the morning we always go for a walk. | 's Ochtends maken we altijd een wandeling. |
In the afternoon | He arrived in the afternoon. | Hij arriveerde in de namiddag. |
In the evening | They will go there in the evening. | Ze zullen daar 's avonds heen gaan. |
Just | I just arrived at the office. | Ik ben net aangekomen bij het kantoor. |
Last | Last Christmas my grandmother came to visit. | Afgelopen kerst kwam mijn grootmoeder op bezoek. |
Late | It's too late to go outside. | Het is te laat om naar buiten te gaan. |
Later | She came in later than yesterday. | Ze kwam later dan gisteren binnen. |
Lately | I had a lot of exams lately. | Ik had de laatste tijd veel examens. |
Next | We will see each other next Friday. | We zullen elkaar volgende (week) vrijdag zien. |
Now | Can you help me with the dishes now? | Kun je mij nu helpen met de afwas? |
Previously | Museums are now for free which cost money previously. | Musea zijn nu gratis, wat eerst geld kostte. |
Recently | I bought a new laptop recently. | Ik kocht laatst een nieuwe laptop. |
Since | I have not seen her since Saturday. | Ik heb haar sinds zaterdag niet gezien. |
Soon | I hope to see you soon. | Ik hoop je snel te zien. |
Still | They are still at the supermarket. | Zij zijn nog steeds in de supermarkt. |
Then | We go to the mall and then we go home. | We gaan naar het winkelcentrum en dan gaan we naar huis. |
Today | Lisa has an exam today. | Lisa heeft een examen vandaag. |
Tomorrow | I will do my homwork tomorrow. | Ik maak morgen mijn huiswerk. |
Tonight | We are going out for dinner tonight. | We gaan uiteten vanavond. |
Yesterday | Yesterday, we went to the cinema. | Gisteren gingen we naar de bioscoop. |
Doe de oefeningen om je kennis te testen!