De bijwoordelijke bepaling in het Frans
Meld je gratis aan voor alle informatie over privélessen en onze beschikbare groepscursussen (A1, A2, B2, B2, C1, C2)
Schrijf je gratis inLesoverzicht
Verbergen- 1.Wat is een bijwoordelijke bepaling?
- 2.De bijwoordelijke bepaling van tijd
- 2.1.Voorbeelden
- 3.De bijwoordelijke bepaling van plaats
- 3.1.Voorbeelden:
- 4.De bijwoordelijke bepaling van wijze
- 4.1.Voorbeelden:
- 5.De bijwoordelijke bepaling van doel
- 5.1.Voorbeelden:
- 6.De bijwoordelijke bepaling van gevolg
- 6.1.Voorbeelden:
- 7.De bijwoordelijke bepaling van middel
- 7.1.Voorbeelden:
- 8.De plaats van een bijwoordelijke bepaling
- 8.1.Bijvoorbeeld:
- 8.2.Bijvoorbeeld:
- 9.De grammaticale categorie van een CC
- 10.Oefeningen
- 10.1.Multiple choice oefening op de bijwoordelijke bepaling in het Frans
Wat is een bijwoordelijke bepaling?
De bijwoordelijke bepaling of les compléments circonstanciels duiden aan in welke omstandigheden de actie plaatsvindt: op welk tijdstip, welke plaats, welke manier, om welke reden...
Het vervolledigt het werkwoord, maar kan weggelaten of verplaatst worden. Er zijn 6 categorieën:
- De bijwoordelijke bepaling van tijd
- De bijwoordelijke bepaling van plaats
- De bijwoordelijke bepaling van wijze
- De bijwoordelijke bepaling van doel
- De bijwoordelijke bepaling van gevolg
- De bijwoordelijke bepaling van middel
Heb je een vraag?
Volg online taallessen met een professionele leraar
- Native en geverifieerde leraren
- Gratis proefles
- Inclusief lesmateriaal
Corentin D. 
Iris S.
Hélène R. 
Elisabeth V. 
Pieter S.
ANDRE D.
HUGUES JPM P.
Simone M. 
Elodie O.
Mayte C. 
1) De bijwoordelijke bepaling van tijd
De bijwoordelijke bepaling van tijd (le complément circonstanciel de temps) wordt afgekort als CCT en maakt de zin meer precies.
- situeert een actie op een specifiek moment
- duidt aan hoe lang een actie duurt
- kan herhaling van een actie duidelijk maken
Om het CCT, te vinden, stel je deze vragen:
- Quand ? (Wanneer?)
- Pendant combien de temps ? (Hoe lang?)
Voorbeelden
| CCT | Vraag | Vertaling |
|---|---|---|
| Je pars demain matin. | Je pars quand ? | (Ik vertrek morgenochtend ) |
| Pendant deux ans, j'ai vécu en Italie | J'ai vécu en Italie, pendant combien de temps ? | (Ik heb twee jaar in Italië gewoond) |
| Les enfants partiront à l'école quand tu seras là | Les enfants partiront à l'école quand ? | (De kinderen zullen naar school vertrekken als jij daar bent) |
2) De bijwoordelijke bepaling van plaats
De bijwoordelijke bepaling van plaats of le complément circonstanciel de lieu wordt afgekort als CCL en toont ons waar de actie plaatsvindt.
Om het CCL, te vinden, stel je deze vraag:
- Où ? (Waar?)
Voorbeelden:
| CCL | Vraag | Vertaling |
|---|---|---|
| En France, je suis très célèbre | Je suis très célèbre où ? | (In Frankrijk ben ik zeer beroemd) |
| Samantha a dû partir chez sa mère | Samantha a dû partir où ? | (Samantha moest bij haar moeder vertrekken) |
| Pierre est venu me voir à l'école | Pierre est venu me voir où ? | (Peter is me op school komen ophalen) |
3) De bijwoordelijke bepaling van wijze
De bijwoordelijke bepaling van wijze le complément circonstanciel de manière wordt afgekort met CCM en toont aan op welke manier de actie plaatsvindt.
Om het CCM te vinden, stel de deze vragen:
- Comment ? (Hoe?)
- De quel facon ? (Op welke manier?)
- De quelle manière ? (Op welke manier?)
Voorbeelden:
| CCM | Vraag | Vertaling |
|---|---|---|
| Il parle aux gens en criant | Il parle aux gens comment ? | (Hij spreekt al roepend tegen de mensen) |
| Les enfants jouent bruyamment | De quelle manière joue les enfants ? | (De kinderen spelen rumoerig) |
| Nous attendons la série avec impatience | Nous attendons la série comment ? | (We wachten vol ongeduld op de serie) |
4) De bijwoordelijke bepaling van doel
De bijwoordelijke bepaling van doel of le complément circonstanciel de but wordt afgekort met CCB en uit het doel dat wil bereikt worden of net ontweken worden.
Om het CCB te vinden, stel je volgende vragen:
- Pourquoi ? (Waarom?)
- Dans quel but ? (Met welk doel?)
- En vue de quoi ? (Waarom ?)
Voorbeelden:
| CCB | Vraag | Vertaling |
|---|---|---|
| Marie révise sa leçon parce qu'elle veut avoir une bonne note | Marie révise sa leçon pourquoi ? | (Marie herhaalt haar les omdat ze goede resultaten wil halen) |
| Je viendrai plus tard pour le discours de ton père | Je viendrai plus tard dans quel but ? | (Ik zal later komen voor de speech van je vader) |
| Il s'entraîne chaque jour afin de devenir le meilleur | Il s'entraine chaque jour en vue de quoi ? | (Hij oefent elke dag om de beste te worden) |
Het CCB wordt vaak voorafgegaan door voorzetsels zoals: pour, en vue de, afin de, dans l’intention de....
5) De bijwoordelijke bepaling van gevolg
De bijwoordelijke bepaling van gevolg of le complément circonstanciel de conséquence wordt afgekort als CCC en verduidelijkt het resultaat van een actie.
Deze bepaling wordt vaak als het resultaat van een oorzaak gebruikt, en dus kunnen we ook een bijwoordelijke bepaling van oorzaak in dezelfde zin hebben.
Om het CCC te vinden, stel je deze vragen:
- Avec quel résultat ? (Met welk resultaat?)
- De manière à obtenir quel résultat ? (Om wat te bereiken?)
- Pour quel résultat ? (Waarvoor?)
Voorbeelden:
| CC de cause | CC de conséquence | Vraag | Vertaling |
|---|---|---|---|
| Ils étaient trop malades pour aller à l'école | Ils étaient trop malades pour aller l'école | Ils étaient trop malades avec quel résultat ? | (Ze waren te ziek om naar school te kunnen gaan) |
| Ta soeur a couru si vite au point d'avoir fait tomber son téléphone | Ta soeur a couru si vite au point d'avoir fait tomber son téléphone | Ta soeur a couru si vite de manière à obtenir quel résultat ? | (Je zus liep zodanig snel dat ze haar telefoon liet vallen ) |
6) De bijwoordelijke bepaling van middel
De bijwoordelijke bepaling van middel of le complément circonstanciel de moyen wordt afgekort als CC de moyen om verwarring te vermijden met het CCM. Het duidt het middel of gebruiksvoorwerp aan waarmee de actie voltooid wordt.
Om het CC de moyen te vinden, stel je deze vragen:
- Par quel moyens ? (Met welke middelen?)
- Avec quoi ? (Waarmee?)
Voorbeelden:
| CC de moyen | Vraag | Vertaling |
|---|---|---|
| Je me rends à l'aéroport en métro | Je me rends à l'aéroport par quel moyen ? | (Ik ga naar de luchthaven met de metro) |
| Versez 2cl de lait en remuant avec l'aide d'une cuillère en bois | Versez 2cl de lait en remuant avec quoi ? | (Giet 2cl melk en roer met behulp van een houten lepel) |
| Mon ami a réparé sa voiture avec la nouvelle batterie | Mon ami a réparé sa voiture avec quoi ? | (Mijn vriend heeft z'n auto hersteld door middel van een nieuwe batterij) |
De plaats van een bijwoordelijke bepaling
Een bijwoordelijke bepaling is een groep woorden dat kan verschoven worden of weggelaten worden in de zin.
Bijvoorbeeld:
| Zin | CC | Verplaatsing | Weglating |
|---|---|---|---|
| Le lundi, les étudiants vont à l'école. - Op maandag gaan de studenten naar school | le lundi | Les étudiants vont à l'école le lundi. | Les étudianst vont à l'école. |
Er kunnen ook twee of meerdere CC's voorkomen in eenzelfde zin.
Bijvoorbeeld:
| Zin | CC1 | CC2 |
|---|---|---|
| Je vais à l'école demain. | à l'école (lieu) | demain (temps) |
De grammaticale categorie van een CC
De bijwoordelijke bepaling kan tot verschillende grammaticale categorieën behoren:
- substantief
- voornaamwoord
- bijwoord
- infinitief
- tegenwoordig deelwoord
- een hele zin
| Categorie | Voorbeel | CC | Vertaling |
|---|---|---|---|
| substantief | La nuit, je me sens seule | CCT | ('s Nachts voel ik me eenzaam) |
| voornaamwoord | J'aimerais partir avec eux à Paris | CC de moyen | (Ik zou graag met hen naar Parijs gaan) |
| bijwoord | Marchez lentement! | CCM | (Wandel traag!) |
| infinitief | Mangeons sain pour avoir une meilleur santé | CCB | (Laten we gezond eten voor een betere gezondheid) |
| tegenwoordig deelwoord | Il marche en chantant | CCM | (Hij wandelt al zingend) |
| hele zin | Nous resterons jusqu'à ce que tu ailles mieux | CC de conséquence | (We zullen blijven tot het beter met je gaat) |