De dagen, maanden en uren in het Duits
Meld je gratis aan voor alle informatie over privélessen en onze beschikbare groepscursussen (A1, A2, B2, B2, C1, C2)
Schrijf je gratis inMeld je gratis aan voor alle informatie over privélessen en onze beschikbare groepscursussen (A1, A2, B2, B2, C1, C2)
Schrijf je gratis inWoorden over dagen, maanden en seizoenen lijken sterk op het Nederlands. Deze woorden zijn vaak mannelijk en hebben (net als alle zelfstandige naamwoorden) een hoofdletter.
De dagen van de week in het Duits lijken sterk op die in het Nederlands. Het belangrijkste verschil is dat de weekdagen in het Duits met een hoofdletter geschreven worden en er staat ook een lidwoord voor (der).
Dagen van de week Nederlands | Dagen van de week Duits |
---|---|
maandag | Der Montag |
dinsdag | Der Dienstag |
woensdag | Der Mittwoch |
donderdag | Der Donnerstag |
vrijdag | Der Freitag |
zaterdag | Der Samstag |
zondag | Der Sonntag |
De dagindeling in het Duits is niet moeilijk voor Nederlandstaligen.
Nederlands | Duits |
---|---|
ochtend | der Morgen |
middag | der Mittag |
avond | der Abend |
nacht | die Nacht |
middernacht | Die Mitternacht |
Volg online taallessen met een professionele leraar
Ook de gelijkenissen tussen de Nederlandse maanden en de maand in Duits zijn duidelijk. Ook hier is het belangrijkste verschil dat ze met een hoofdletter geschreven worden en er een lidwoord voorstaat. Dit lidwoord kan je in het Nederlands moeilijk kan vertalen.
maanden in het Nederlands | maanden in Duits |
---|---|
januari | Der Januar |
februari | Der Februar |
maart | Der März |
april | Der April |
mei | Der Mai |
juni | Der Juni |
juli | Der Juli |
augustus | Der August |
september | Der September |
oktober | Der Oktober |
november | Der November |
december | Der Dezember |
De vier seizoenen (of Jahreszeiten in het Duits):
Nederlands | Duits |
---|---|
winter | Der Winter |
lente | Der Frühling |
zomer | Der Sommer |
herfst | Der Herbst |
lente- | frühlingshaft |
zomers | sommerlich |
herfst- | herbstlich |
winters | winterlich |
Wanneer je wilt vertellen dat iets in een bepaalde maand of een bepaald seizoen is, gebruik je het voorzetsel im. Dit wordt nooit gevolgd door het lidwoord.
Voorbeelden
Nederlands | Duits |
---|---|
Nieuwjaar | Neujahr |
Driekoningen | Heilige Drei Könige |
Valentijnsdag | Valentinstag |
Goede Vrijdag | Karfreitag |
Pasen | Ostern |
Pinksteren | Pfingsten |
Dag van de Arbeid | Maifeiertag |
Duitse nationale feestdag | Tag der Deutschen Einheit |
Allerheiligen | Allerheiligen |
kerstmis | Weihnachten |
kerstavond | Heiliger Abend |
eerste kerstdag | erster Weihnachtsfeiertag |
tweede kerstdag | zweiter Weihnachtsfeiertag |
Oudejaarsavond | Silvesterabend |
De klok lezen in het Duits lijkt sterk op het Nederlands. Wanneer je deze 4 woorden combineert met de getallen, kan je alle tijden beschrijven.
Voorbeelden
Andere woorden en zinnen die je kunnen helpen bij het beschrijven van de tijd.
Indien je meer wil leren over de Duitse taal, kan je zeker en vast de andere pagina’s van het overzicht bekijken!
Wil jij snel en gemakkelijk Duits leren waar en wanneer jij het wil? Klik dan zeker verder naar onze online cursussen Duits!