Engelse aanwijzende voornaamwoorden
Meld je gratis aan voor alle informatie over privélessen en onze beschikbare groepscursussen (A1, A2, B2, B2, C1, C2)
Schrijf je gratis inMeld je gratis aan voor alle informatie over privélessen en onze beschikbare groepscursussen (A1, A2, B2, B2, C1, C2)
Schrijf je gratis inAanwijzende voornaamwoorden worden gebruikt om iets aan te wijzen en om een locatie en afstand aan te geven. Net als andere voornaamwoorden wordt het zelfstandige naamwoord vervangen door het aanwijzende voornaamwoord. In het algemeen is het de bedoeling dat de luisteraar de context van het aanwijzende voornaamwoord weet.
Er zijn vier verschillende aanwijzende voornaamwoorden - "this", "that", "these" en "those". Zij veranderen op de basis van het feit of het gaat om enkelvoud of meervoud, en of het zelfstandige naamwoord dichtbij of ver weg is. Deze regels geven de volgende aanwijzende voornaamwoorden:
Dichtbij | Vertaling | Ver weg | Vertaling | |
---|---|---|---|---|
Enkelvoud | This | Dit | That | Dat / Die |
Meervoud | These | Deze | Those | Die |
Voorbeelden:
Volg online taallessen met een professionele leraar
"This" wordt gebruikt als het om dieren, dingen, locaties en mensen gaat.
Voorbeelden:
"That" wordt gebruikt om iets uit het verleden aan te geven.
Voorbeelden:
"This" kan in sommige gevallen ook worden gebruikt wanneer de context niet duidelijk is voor de luisteraar.
Voorbeelden:
"This" and "that" kan worden gebruikt om bijvoorbeeld jezelf voor te stellen tijdens een telefoongesprek.
Voorbeelden: