Engelse verleden tijd (past perfect continuous)
Meld je gratis aan voor alle informatie over privélessen en onze beschikbare groepscursussen (A1, A2, B2, B2, C1, C2)
Schrijf je gratis inMeld je gratis aan voor alle informatie over privélessen en onze beschikbare groepscursussen (A1, A2, B2, B2, C1, C2)
Schrijf je gratis inDe past perfect continuous wordt in het Engels gebruikt om gebeurtenissen te beschrijven die gebeurden tot een andere gebeurtenis in het verleden begon.
Om de past perfect continuous te vorm wordt de past perfect van het werkwoord "to be" gebruikt, gevolgd door de present participle van het hoofdwerkwoord (verb + "-ing").
Structuur: had been + present participle (infinitive + "-ing")
Volg online taallessen met een professionele leraar
Hoe de past perfect continuous wordt gevormd hangt ook af van welke vorm de zin heeft:
Bevestigende zin: drukt de waarheid van een bepaalde bewering uit.
Ontkennende zin: drukt de onwaarheid van een bepaalde bewering uit.
Vragende zin: drukt een vraag uit.
Structuur: onderwerp + past perfect van het werkwoord "to be" (had been) + present participle (werkwoord + "-ing") + rest van de zin
In het overzicht hieronder kan je zien hoe het werkwoord "to be" in de past perfect wordt vervoegd.
Onderwerp | Past perfect "to be" |
---|---|
I | had been (was geweest) |
You (enkelvoud) | had been (was geweest) |
He / She / It | had been (was geweest) |
We | had been (waren geweest) |
You (meervoud) | had been (waren geweest) |
They | had been (waren geweest) |
Structuur: onderwerp + ontkennende vorm van het werkwoord "to be" in past perfect + present participle (werkwoord + "-ing") + rest van de zin
In het overzicht hieronder kan je zien hoe het werkwoord "to be" in de past perfect ontkennend wordt vervoegd.
Onderwerp | Past perfect "to be" |
---|---|
I | had not been (was niet geweest) |
You (enkelvoud) | had not been (was niet geweest) |
He / She / It | had not been (was niet geweest) |
We | had not been (waren niet geweest) |
You (meervoud) | had not been (waren niet geweest) |
They | had not been (waren niet geweest) |
Structuur: past perfect van het werkwoord "to be" + ondewerp + past participle van het werkwoord "to be" + present participle (werkwoord + "-ing") rest van de zin + vraagteken
Het overzicht hieronder laat zien in welke situaties de past perfect continuous kan worden gebruikt.
Situatie | Voorbeeld | Vertaling |
---|---|---|
Iets wat in het verleden begon en duurde tot een andere gebeurtenis in het verleden. | They had been running for 10 minutes before they got tired. | Zij waren 10 minuten aan het rennen voordat zij moe werden. Zij was een uur met haar moeder aan het bellen voordat zij moest gaan. |
Om oorzaak en gevolg aan te geven. | Sandra was late because she had been walking from the train station to the office. | Sandra was laat omdat zij van het treinstation naar het kantoor liep. Hij haalde de klas niet omdat hij niet oplette tijdens de les. |
De past perfect continuous maakt gebruik van twee belangrijke signaalwoorden.
"For" wordt gebruikt om de duur van een gebeurtenis of actie aan te geven.
For six years, for a week, for a month, for two hours. (Voor zes jaar, voor een week, voor een maand, voor twee uur.)
"Since" wordt gebruikt om het begin van een gebeurtenis of actie aan te geven.
Since this morning, since 2015, since yesterday. (Sinds vanochtend, sinds 2015, sinds gisteren.)