Hulpwerkwoorden in het Duits
Meld je gratis aan voor alle informatie over privélessen en onze beschikbare groepscursussen (A1, A2, B2, B2, C1, C2)
Schrijf je gratis inLesoverzicht
Verbergen- 1.Belangrijkste onafhankelijke hulpwerkwoorden (sterk)
- 1.1.Vervoeging van het werkwoord sein (zijn)
- 1.1.1.Voorbeelden
- 1.2.Vervoeging van het werkwoord haben (hebben)
- 1.2.1.Voorbeelden
- 1.3.Vervoeging van het werkwoord werden (zullen)
- 1.3.1.Voorbeelden
- 2.Oefeningen
- 2.1.Meerkeuze-oefening de werkwoorden: haben, sein en werden
- 2.2.Schrijfoefening over de werkwoorden: haben, sein en werden
Belangrijkste onafhankelijke hulpwerkwoorden (sterk)
De werkwoorden "sein" (zijn) , "haben" (hebben) en "werden" (zullen) komen het vaakst voor in de Duitse taal. De werkwoorden "sein" en "haben" worden gebruikt om de voltooid tegenwoordige tijd te vervoegen.
Heb je een vraag?
Volg online taallessen met een professionele leraar
- Native en geverifieerde leraren
- Gratis proefles
- Inclusief lesmateriaal
Holger V. 
Josanne V. 
Niccolò C. 
Eleonore G. 
Christiaan E.
Dina P.
Geert J.
HUGUES JPM P. 
Lara R. 
Bianka B.
Vervoeging van het werkwoord sein (zijn)
| persoonlijk voornaamwoord | Präsens | Präteritum | Futur I | Perfekt | Plusquamperfekt | Futur II |
|---|---|---|---|---|---|---|
| ich | bin | war | werde sein | bin gewesen | war gewesen | werde gewesen sein |
| du | bist | warst | wirst sein | bist gewesen | warst gewesen | wirst gewesen sein |
| er/sie/es | ist | war | wird sein | ist gewesen | war gewesen | wird gewesen sein |
| wir | sind | waren | werden sein | sind gewesen | waren gewesen | werden gewesen sein |
| ihr | seid | wart | werdet sein | seid gewesen | wart gewesen | werdet gewesen sein |
| sie | sind | waren | werden sein | sind gewesen | waren gewesen | werden gewesen sein |
Voorbeelden
- Sie ist schon alt. - Zij is al oud.
- Sie waren gestern noch zu Hause. - Zij waren gisteren nog thuis.
- Ich bin gestern in den Supermarkt gewesen. - Ik ben gisteren naar de supermarkt geweest.
Vervoeging van het werkwoord haben (hebben)
| persoonlijk voornaamwoord | Präsens | Präteritum | Futur I | Perfekt | Plusquamperfekt | Futur II |
|---|---|---|---|---|---|---|
| ich | habe | hatte | werde haben | habe gehabt | hatte gehabt | werde gehabt haben |
| du | hast | hattest | wirst haben | hast gehabt | hattest gehabt | wirst gehabt haben |
| er/ sie/ es | hat | hatte | wird haben | hat gehabt | hatte gehabt | wird gehabt haben |
| wir | haben | hatten | werden haben | haben gehabt | hatten gehabt | werden gehabt haben |
| ihr | habt | hattet | werdet haben | habt gehabt | hattet gehabt | werdet gehabt haben |
| sie | haben | hatten | werden haben | haben gehabt | hatten gehabt | werden gehabt haben |
Voorbeelden
- PSV hat bereits die Meisterschaft. - PSV heeft het kampioenschap al.
- Wir haben 4 Kilo Pilze gepflückt. - Wij hebben 4 kilo paddenstoelen geplukt.
- Ich habe viel Glück gehabt. - Ik heb veel geluk gehad.
Vervoeging van het werkwoord werden (zullen)
| persoonlijk voornaamwoord | Präsens | Präteritum | Futur I | Perfekt | Plusquamperfekt | Futur II |
|---|---|---|---|---|---|---|
| ich | werde | wurde | werde werden | bin geworden | war geworden | werde geworden sein |
| du | wirst | wurdest | wirst werden | bist geworden | warst geworden | wirst geworden sein |
| er/ sie/ es | wird | wurde | wird werden | ist geworden | war geworden | wird geworden sein |
| wir | werden | wurden | werden werden | sind geworden | waren geworden | werden geworden sein |
| ihr | werdet | wurdet | werdet werde | seid geworden | waren geworden | werdet geworden sein |
| sie | werden | wurden | werden werden | sind geworden | waren geworden | werden geworden sein |
Voorbeelden
- Ich werde verrückt noch einmal. - Ik word weer gek.
- Bist du gestern 21 geworden? - Ben jij gisteren 21 geworden?
- Sie werden alle reich geworden sein. - Jullie zouden allemaal rijk geworden zijn.
Oefeningen
- Meerkeuze-oefening de werkwoorden: haben, sein en werden
- Schrijfoefening over de werkwoorden: haben, sein en werden
Meerkeuze-oefening de werkwoorden: haben, sein en werden
Schrijfoefening over de werkwoorden: haben, sein en werden
Oefeningen
- Meerkeuze-oefening de werkwoorden: haben, sein en werden
- Schrijfoefening over de werkwoorden: haben, sein en werden