Nederlands voltooid deelwoord
Meld je gratis aan voor alle informatie over privélessen en onze beschikbare groepscursussen (A1, A2, B2, B2, C1, C2)
Schrijf je gratis inMeld je gratis aan voor alle informatie over privélessen en onze beschikbare groepscursussen (A1, A2, B2, B2, C1, C2)
Schrijf je gratis inHet voltooid deelwoord is de vorm van de werkwoorden, die gebruikt wordt voor de voltooid tegenwoordige tijd en de voltooid verleden tijd. Daarnaast wordt het gebruikt voor het vormen van het passief.
Volg online taallessen met een professionele leraar
De volgende regel wordt gebruikt om het voltooid deelwoord te vormen:
ge- (voorvoegsel) + stam + t/d (woordeinde)
Onthoud: als de stam al eindigt op een '-t' of een '-d', hoeft de extra '-t' of '-d' niet toegevoegd te worden.
Zwak werkwoord | Voltooid deelwoord | Voorbeeld |
---|---|---|
Leven | Geleefd | Zij heeft in Nederland geleefd. |
Antwoorden | Geantwoord | Ik had gisteren op je e-mail geantwoord, voor ik naar de supermarkt ging. |
Haten | Gehaat | Zij worden op veel plekken gehaat. |
Werken | Gewerkt | Ik heb vandaag hard gewerkt. |
De volgende regel wordt gebruikt om het voltooid deelwoord te vormen:
Ge- (voorvoegsel) + stem + -en (woordeinde)
Hier geldt ook: als het werkwoord al begint met een van de volgende voorvoegsels: 'ge-', 'be-', 'er-', 'her-', 'ver-' of 'ont-', hoeft het voorvoegsel 'ge-' niet extra te worden toegevoegd.
Sterk werkwoord | Voltooid deelwoord | Voorbeeld |
---|---|---|
Lezen | Gelezen | Ik heb het hele artikel gelezen. |
Eten | Gegeten | Wij hebben bij dat nieuwe restaurant gegeten. |
Helpen | Geholpen | Zij hadden de leraar na school geholpen, voordat ze naar huis gingen. |
Lopen | Gelopen | Hij is naar de stad gelopen. |
De tabel hieronder toont de voltooid deelwoorden van de zes onregelmatige werkwoorden in het Nederlands:
Werkwoord | Voltooid deelwoord | Voorbeeld |
---|---|---|
hebben | gehad | Ik heb het erg naar mijn zin gehad. |
kunnen | gekund | Ik had toen naar school gekund. |
mogen | gemogen | Ik had dat niet gemogen. |
willen | gewild | Ik had daar graag naar toe gewild. |
zijn | geweest | Ik ben naar Spanje geweest. |
zullen | gezuld | Ik had naar werk gezuld. |
'Gezuld' wordt eigenlijk nooit meer gebruikt in het Nederlands.
Oefen met het voltooid deelwoord door de onderstaande oefeningen te doen.