Nederlandse bijwoorden
Meld je gratis aan voor alle informatie over privélessen en onze beschikbare groepscursussen (A1, A2, B2, B2, C1, C2)
Schrijf je gratis inMeld je gratis aan voor alle informatie over privélessen en onze beschikbare groepscursussen (A1, A2, B2, B2, C1, C2)
Schrijf je gratis inIn dit hoofdstuk worden de Nederlandse bijwoorden uitgelegd. Je leert wat bijwoorden zijn en wanneer je ze gebruikt. Ook maak je kennis met de verschillende categorieën bijwoorden.
Een bijwoord is een woord dat een werkwoord, een ander bijwoord, een bijvoeglijk naam, een complete zin of in sommige gevallen een zelfstandig naamwoord nader bepaalt. Simpel gezegd geeft het bijwoord meer informatie over het woord waar het bij hoort. Er zijn een aantal algemene categorieën bijwoorden:
Categorieën bijwoorden | Bijwoorden | Voorbeeldzinnen |
---|---|---|
Aanwijzende bijwoorden | Daar, hier |
|
Onbepaalde bijwoorden | Altijd, ergens, nergens, nooit |
|
Vragende bijwoorden | Hoe, waar, wanneer |
|
Bijwoorden van tijd | Gisteren, morgen, wanneer, binnen |
|
Bijwoorden van manier | Snel, goed, langzaam, stom |
|
Bijwoorden van plaats | Elders, hier, opzij, waarheen |
|
Bijwoorden van kwantiteit | Veel, weinig, min of meer, voldoende |
|
Bijwoorden van frequentie | Altijd, vaak, soms, nooit |
|
Bijwoorden van graad | Heel, erg, zeer, nogal, hartstikke |
|
Bijwoorden van modaliteit | Gelukkig, misschien, zeker, waarschijnlijk. |
|
Volg online taallessen met een professionele leraar
Een voorzetselbijwoord wordt omschreven als een voorzetsel dat de functie van een bijwoord heeft. De bijwoorden zijn in hun betekenis en vorm gelijk aan de voorzetsels.
Een voorzetselbijwoord kan een onderdeel zijn van een scheidbaar werkwoord, het naamwoordelijk gezegde of van een bijwoordelijke bepaling. Als het voorzetselbijwoord een onderdeel is van de bijwoordelijke bepaling dan is het meestal een bepaling van plaats.
Voorbeelden van voorzetselbijwoorden:
Voorbeelden:
Een voornaamwoordelijk bijwoord is een combinatie van een bijwoord van plaats en een of meerdere voorzetselbijwoorden.
Voorbeelden van bijwoorden van plaats:
Een voornaamwoordelijk bijwoord kun je vervangen door het oorspronkelijke voorzetsel en een zelfstandig naamwoord.
Voornaamwoordelijk bijwoorden worden altijd aan elkaar geschreven, behalve de bijwoorden ergens, nergens en overal.
Het voegwoordelijk bijwoord legt een verband tussen twee zinnen of zinsdelen.
Voorbeelden van veel gebruikte voegwoordelijke bijwoorden:
Het verschil tussen een voegwoord en een voegwoordelijk bijwoord: een voegwoordelijk bijwoord kan op verschillende plaatsen in de zin staan en een voegwoord komt direct na de komma:
Test met de oefeningen hieronder of je de uitleg hebt begrepen!
1 Nederlandse bijwoorden van tijd (vandaag, morgen) | Overzicht van de Nederlandse bijwoorden van tijd. |
2 Nederlandse bijwoorden van manier (snel, goed) | Een overzicht van de Nederlandse bijwoorden van manier. |
3 Nederlandse bijwoorden van plaats (hier, daar) | Leer alles over de Nederlandse bijwoorden van plaats. |
4 Nederlandse bijwoorden van kwantiteit (veel, weinig) | Een overzicht van de Nederlandse bijwoorden van kwantiteit. |
5 Nederlandse bijwoorden van frequentie (altijd, vaak) | Leer de Nederlandse bijwoorden van frequentie met dit overzicht. |
6 Nederlandse bijwoorden van graad (heel, erg) | Leer alles over de Nederlandse bijwoorden van graad. |
7 Nederlandse bijwoorden van modaliteit (misschien) | Leer alles over de Nederlandse bijwoorden van modaliteit. |