Nederlandse hoofdletters
Meld je gratis aan voor alle informatie over privélessen en onze beschikbare groepscursussen (A1, A2, B2, B2, C1, C2)
Schrijf je gratis inMeld je gratis aan voor alle informatie over privélessen en onze beschikbare groepscursussen (A1, A2, B2, B2, C1, C2)
Schrijf je gratis inJe gebruikt hoofdletters aan het begin van een zin en bijvoorbeeld bij namen van personen, plaatsen en gebeurtenissen. In dit hoofdstuk leer je wanneer je precies hoofdletters moet gebruiken en wanneer je juist een kleine letter moet schrijven in plaats van een hoofdletter.
Het eerste woord van de zin wordt altijd met een hoofdletter geschreven. Als de zin met haakjes ( ) begint, schrijf je ook een hoofdletter: '(Groot)ouders mogen ook naar de voorstelling komen'.
Je schrijft het tweede woord van de zin met een hoofdletter als het eerste woord van de zin met een apostrof begint: ' 's Ochtends ga ik graag hardlopen.'
Je schrijft geen hoofdletter als de zin begint met een cijfer of een symbool: '54 mensen hebben deelgenomen aan de cursus.'
De voor- en achternaam van een persoon schrijf je met een hoofdletter:
Voorzetsels en lidwoorden in familienamen worden geschreven met een kleine letter als er een voornaam, initiaal of familienaam voor staat. Met andere woorden, zoals 'mevrouw' of 'meneer' schrijf je wel een hoofdletter:
Namen van bedrijven, diensten, instellingen en verenigingen schrijf je altijd met een hoofdletter:
Volg online taallessen met een professionele leraar
Je gebruikt ook hoofdletters in de volgende gevallen:
Bij aardrijkskundige namen:
Bij namen van merken:
Bij historische gebeurtenissen:
de Eerste Wereldoorlog
Namen van straten:
Namen van hemellichten:
Namen van gebouwen:
Namen van feestdagen:
Titels van boeken, films, tv-series:
Namen van volkeren:
Namen van talen en nationaliteiten:
In een aantal gevallen is het twijfelachtig of je wel of niet een hoofdletter moet schrijven. In de volgende gevallen schrijf je altijd een kleine letter:
Namen van dagen, maanden, windstreken en jaargetijden schrijf je met een kleine letter:
Tijdperken uit de geschiedenis schrijf je met een kleine letter:
Woorden die zijn afgeleid van namen schrijf je met een kleine letter:
Zelfstandige naamwoorden met een Duitse oorsprong schrijf je in het Nederlands met een kleine letter:
Test of je de uitleg hebt begrepen door onderstaande oefeningen te doen.