Nederlandse leestekens (vraagteken, uitroepteken)
Meld je gratis aan voor alle informatie over privélessen en onze beschikbare groepscursussen (A1, A2, B2, B2, C1, C2)
Schrijf je gratis inMeld je gratis aan voor alle informatie over privélessen en onze beschikbare groepscursussen (A1, A2, B2, B2, C1, C2)
Schrijf je gratis inLeestekens zijn tekens die in teksten worden gebruikt om de leesbaarheid van een tekst te verbeteren. Zonder leestekens zou een zin onbegrijpelijk zijn. In dit hoofdstuk leer je over acht leestekens die vaak gebruikt worden in het Nederlands: de punt, de komma, de puntkomma, de dubbele punt, aanhalingstekens, het vraagteken, het uitroepteken en de haakjes. In dit onderdeel van de cursus leer je wanneer je leestekens moet gebruiken.
De punt gebruik je aan het einde van een zin en na of in bepaalde afkortingen. Bij grote cijfers schrijf je ook punten om je te helpen met de uitspraak van het getal.
Afkortingen van gewichten, maten en scheikundige namen schrijf je zonder punt: km, dl, Cl
Afkortingen die als volledig woord worden uitgesproken schrijf je zonder punten: btw, havo, sms
Zonder punten is een tekst onbegrijpelijk. Luister als voorbeeld naar deze twee teksten:
Zonder punten: Er spelen vaak kinderen in de speeltuin tegenover mijn huis het is er vaak heel druk ik heb als kind ook veel tijd doorgebracht in die speeltuin.
Met punten: Er spelen vaak kinderen in de speeltuin tegenover mijn huis. Het is er vaak heel druk. Ik heb als kind ook veel tijd doorgebracht in die speeltuin.
Een komma gebruik je om een korte pauze in de zin in te lassen. Het inlassen van een pauze is belangrijk om de zin begrijpelijk te houden. Een lange zin zonder komma's is voor veel lezers onbegrijpelijk. Luister naar deze twee voorbeeldzinnen om de functie van de komma te horen.
In de volgende gevallen gebruik je ook een komma:
Volg online taallessen met een professionele leraar
Een puntkomma sluit een mededeling af, maar hij maakt ook duidelijk dat er een verband is met de volgende mededeling. Als er een puntkomma wordt gebruik gaat het altijd om twee hoofdzinnen die nauw met elkaar samenhangen.
Een puntkomma gebruik je ook bij onderdelen van lange opsommingen. Bijvoorbeeld: Naar het feest moeten wij de volgende dingen meenemen: nette kleding, schoenen om op te dansen; warme kleding voor als het koud wordt; en iets lekker voor bij de koffie.
Een punt past meestal ook op de plaats van de puntkomma. Als je een punt gebruikt, staan de mededelingen in de zinnen losser van elkaar.
Een gewone komma geeft een nauwer verband dan de puntkomma.
Een dubbele punt gebruik je voor een opsomming, een verklaring of een citaat.
Na een dubbele punt schrijf je een kleine letter, behalve als er een citaat volgt.
Je gebruikt aanhalingstekens voor een citaat en als woorden op een speciale manier worden gebruikt.
Je mag zowel dubbele " " als enkele ' ' aanhalingstekens gebruiken.
Je gebruikt een vraagteken aan het eind van een directe vraag: Ga jij met ons mee?
Je gebruikt geen vraagteken bij een indirecte vraag: Hij vroeg of ik mee ging.
Een uitroepteken wordt gebruikt om een heftige emotie uit te drukken zoals boosheid, angst of blijdschap.
Bijvoorbeeld: Ik heb een 10 gehaald voor Engels!
Zinnen in de gebiedende wijs krijgen ook vaak een uitroepteken, dit zie je ook vaak in teksten die je stimuleren om iets te kopen.
Bijvoorbeeld: Koop nu de allernieuwste smartphone!
Tussen haakjes worden gebruikt voor een verklaring, toevoeging, verwijzing of in plaats van het woordje 'of.' Deze haakjes worden ook gebruikt om een afkorting te geven na de volledige term.
Doe de oefeningen om te kijken of je het begrepen hebt!