Nederlandse onvoltooid verleden toekomende tijd
Meld je gratis aan voor alle informatie over privélessen en onze beschikbare groepscursussen (A1, A2, B2, B2, C1, C2)
Schrijf je gratis inMeld je gratis aan voor alle informatie over privélessen en onze beschikbare groepscursussen (A1, A2, B2, B2, C1, C2)
Schrijf je gratis inIn dit onderdeel van de cursus leer je over de onvoltooid verleden toekomende tijd (o.v.t.t.). Je leert hoe je de onvoltooid verleden toekomende tijd vormt en hoe je de tijd vervolgens gebruikt.
De onvoltooid verleden toekomende tijd wordt gebruikt om te speculeren over een bepaalde situatie. De tijd wordt meestal gebruikt in een 'als-dan' constructie. De verleden tijd van het werkwoord 'zullen' wordt gebruikt, namelijk zouden, maar de zin kan over het heden of de toekomst gaan.
De tabel toont de situaties waarin de onvoltooid verleden toekomende tijd gebruikt wordt:
Situatie | Voorbeeld |
---|---|
Je gebruikt een 'als-dan' constructie. |
|
Je wil een situatie beschrijven die al dan niet aan je normen of verwachtingen voldoet. |
|
Je wil een beleefde vraag stellen of iets op een beleefde manier zeggen. |
|
Volg online taallessen met een professionele leraar
Om de onvoltooid verleden toekomende tijd te vormen gebruik je de volgende regel:
Onvoltooid verleden toekomende tijd = 'zouden' + infinitief
Onderwerp | Vervoeging | Voorbeeld (roepen) | Voorbeeld (gaan) |
---|---|---|---|
Ik | zou + infinitief | zou roepen | zou gaan |
Jij, u | zou + infinitief | zou roepen | zou gaan |
Hij, zij, het | zou + infinitief | zou roepen | zou gaan |
Wij | zouden + infinitief | zouden roepen | zouden gaan |
Jullie | zouden + infinitief | zouden roepen | zouden gaan |
Zij | zouden + infinitief | zouden roepen | zouden gaan |
Doe de oefeningen om te kijken of je het hebt begrepen!