Nederlandse samenstellingen
Meld je gratis aan voor alle informatie over privélessen en onze beschikbare groepscursussen (A1, A2, B2, B2, C1, C2)
Schrijf je gratis inMeld je gratis aan voor alle informatie over privélessen en onze beschikbare groepscursussen (A1, A2, B2, B2, C1, C2)
Schrijf je gratis inIn dit hoofdstuk leer je over de spelling van samenstellingen. Samenstellingen zijn twee aan elkaar geplakte woorden die samen een nieuw woord vormen. Om samenstellingen juist te spellen heb je soms een extra letter nodig tussen de twee woorden. In dit hoofdstuk leer je wanneer je een extra letter nodig hebt om een samenstelling te maken.
In het Nederlands worden veel woorden aan elkaar geschreven. Een samenstelling is een woord dat gevormd wordt door twee (of meerdere) losse woorden aan elkaar te plakken om zo een nieuw woord te vormen.
Samenstellingen zijn bijvoorbeeld:
Een samenstelling krijgt de tussenletter 'n' als het eerste deel van de samenstelling alleen een meervoud op -en heeft.
Samenstellingen met de tussenletter '-n' zijn bijvoorbeeld:
Volg online taallessen met een professionele leraar
Sommige woorden krijgen de tussenletter 's' in samenstellingen. Kijk in de tabel om te weten wanneer je een extra 's' moet schrijven.
Samenstelling met een 's' | Voorbeeld |
---|---|
Schrijf een extra 's' als je die hoort. | Dorp + huis = dorpshuis Bruid + taart = bruidstaart |
Als het tweede deel van de samenstelling met een 's' begint dan kun je het tweede woord vervangen door een ander woord om te weten of er wel of geen extra 's' moet geschreven worden in de samenstelling. | Stad + centrum= ? Stad + wandeling = stadswandeling Het is dus ook stadscentrum |
Sommige woorden krijgen in het Nederlands alleen een extra 'e' in samenstellingen. Kijk in de tabel om te leren wanneer er alleen een tussenletter 'e' moet gebruikt worden.
Samenstelling met een E | Voorbeeld |
---|---|
Het eerste deel heeft geen meervoud. | tarwe + brood = tarwebrood rijst + pap = rijstepap |
Het eerste deel verwijst naar iets dat uniek is, bijvoorbeeld de zon of de maan. | Zon + straal = zonnestraal Maan + schijn = maneschijn |
Het eerste deel heeft een meervoud op '-n' en '-s'. | seconde + wijzer = secondewijzer groente + soep = groentesoep |
Het eerste deel is geen zelfstandig naamwoord. | rijk + lui = rijkelui spin + wiel = spinnewiel |
Het eerste deel is een versterkend bijvoeglijk naamwoord. | beer + sterk = beresterk boord + vol = boordevol |
Doe de oefeningen om te kijken of je het begrepen hebt!