Voornaamwoorden in het Frans

Wat is een voornaamwoord?

Voornaamwoorden (les pronoms) zijn woorden die je kan gebruiken om een substantief of een naamwoordelijk deel in een zin te vervangen. Voornaamwoorden verwijzen naar een zelfstandigheid: iets of iemand. 

Er bestaan verschillende soorten voornaamwoorden in het Frans en ze kunnen in volgende categorieën worden ingedeeld:

1. aanwijzend voornaamwoord
2. betrekkelijk voornaamwoord 
3. bezittelijk voornaamwoord
4. onbepaald voornaamwoord
5. persoonlijk voornaamwoord
6. vragend voornaamwoord
7. wederkerend voornaamwoord

Heb je een vraag?

Volg online taallessen met een professionele leraar

1. Native en geverifieerde leraren
2. Gratis proefles
3. Inclusief lesmateriaal

Hélène R.

Fabrice H.

Frédéric L.

Corentin D.

Stefaan L.

Mayte C.

Iris S.

Assemien Martial K.

Nicole H.

ANDRE D.

Schrijf je gratis in

1. Aanwijzend voornaamwoord in het Frans

Aanwijzende voornaamwoorden (les pronoms démonstratifs) worden gebruikt als je nadrukkelijk naar mensen, dieren of objecten verwijst. Het kan zowel met als zonder zelfstandig naamwoord worden toegepast. Ook de afstand kan hierin worden verwerkt. Enkele voorbeelden van aanwijzende voornaamwoorden zijn cela, ceci en celui (dit, dat, deze, die).

Voorbeeld:

• Je suis celui que tu attendais. - Ik ben diegene op wie je gewacht hebt.
• On prend quel fromage? Celui-ci où celui-là? - Welke kaas zullen we nemen? Deze hier of die daar?

2. Betrekkelijk voornaamwoord in het Frans

Betrekkelijke voornaamwoorden (les pronoms relatifs) zoals qui en que (dat, die, wat, wie) worden gebruikt om een betrekkelijke bijzin in te leiden en te verwijzen naar het voorgaande woord of zinsdeel, wat het antecedent wordt genoemd.

Voorbeeld: 

• L'homme qui parle français est mon copain. - De man die Frans spreekt, is mijn vriend.
• Les amies que je vois le plus sont Anna et Nicole. - De vrienden die ik het meeste zie zijn Anna en Nicole.

3. Bezittelijk voornaamwoord in het Frans

Bezittelijke voornaamwoorden (les pronoms possessifs) vervangen een zelfstandig naamwoord dat wordt voorafgegaan door een bezittelijk bijvoeglijk naamwoord (mijn, jouw, zijn, etc.). Voorbeelden van een bezittelijk voornaamwoord zijn le mien, la sienne, les nôtres (de/het mijne, de/het hare, de/het onze). 

Voorbeeld: 

• Ma passion, c’est la musique. Et la tienne Marie? - Mijn passie is muziek. En de jouwe, Marie?
• Tes parents sont américains? Les miens sont français. - Zijn jouw ouders Amerikaans? De mijne zijn Frans.

4. Onbepaald voornaamwoord in het Frans

Onbepaalde voornaamwoorden (les pronoms indéfinis) worden gebruikt als onderwerp van een zin zonder verwijzing naar een specifiek persoon of voorwerp. Ze beschrijven mensen, dieren of objecten op een algemene manier. Enkele voorbeelden van onbepaalde voornaamwoorden zijn tout, ne...personne, ne...rien, chacun en quelque chose (alles, niemand, niets, elk, iets). 

Voorbeeld:

• Tous se sont amusés. - Iedereen had plezier.
• Je n'ai vu personne. - Ik heb niemand gezien. 

5. Persoonlijk voornaamwoord in het Frans

Persoonlijke voornaamwoorden (les pronoms personnels) duiden personen, dieren of objecten aan zonder ze bij naam te noemen. De vorm hangt af van de persoonsvorm, de functie in de zin, het geslacht en of het wel of niet benadrukt wordt. 

Voorbeeld:

• Il est souvent en retard. - Hij is vaak te laat.
• J'adore la poésie. Et toi? - Ik hou van poëzie. En jij?

6. Vragend voornaamwoord in het Frans

Vragende voornaamwoorden (les pronoms interrogatifs) zijn qui, que, quoi en lequel (wie, wat, welke). Ze vervangen een persoon of object waarover men een vraag stelt. 

Voorbeeld:

• Que cherches-tu? - Wat zoek je?
• Qu'est-ce qui se passe? - Wat gebeurt er? 

7. Wederkerend voornaamwoord in het Frans

Wederkerende voornaamwoorden (les pronoms réfléchis) zijn me, te, se, nous en vous (me, je, zich, ons, jullie) en worden gebruikt met wederkerende werkwoorden (les verbes pronominaux). Ze verwijzen altijd naar het onderwerp. 

Voorbeeld:

• Je me prépare. - Ik maak me klaar.
• Michel se lave les mains. - Michel wast zijn handen. 

Selecteer het type voornaamwoord waarover je meer wil weten voor meer informatie, voorbeelden en om te oefenen.