Nederlandse actief en passief
Meld je gratis aan voor alle informatie over privélessen en onze beschikbare groepscursussen (A1, A2, B2, B2, C1, C2)
Schrijf je gratis inMeld je gratis aan voor alle informatie over privélessen en onze beschikbare groepscursussen (A1, A2, B2, B2, C1, C2)
Schrijf je gratis inDe actief en passief zijn geen werkwoordstijden. Echter kunnen de werkwoorden in de actieve en passieve zinnen wel in verschillende tijden staan. De actief en passief gaan over de structuur van de zin. In deze twee zinsvormen verschilt de manier van weergave van het subject.
De actieve zin wordt in het Nederlands gebruikt als het onderwerp in de zin de actie uitvoert. Deze vorm wordt het meest gebruikt in de Nederlandse taal.
Volg online taallessen met een professionele leraar
Actieve zin | Uitleg |
---|---|
Ik heb dat boek gelezen. |
|
De hond had het stuk vlees opgegeten. |
|
Het meisje drinkt water. |
|
De passieve zin wordt in het Nederlands gebruikt als het onderwerp in de zin niet de actie uitvoert. In de passieve zin ligt de focus op de actie en niet op het onderwerp. De passieve zin wordt meestal gebruikt wanneer het niet belangrijk is wie de actie uitvoert in de zin. De regel om de passieve zin te vormen leidt als volgt:
'zijn' / 'worden' + voltooid verleden tijd
De volgende stappen tonen hoe van een actieve zin een passieve zin gemaakt kan worden:
Passieve zin | Uitleg |
---|---|
Het boek werd door mij gelezen. |
|
Het stuk vlees is door de hond opgegeten. |
|
Het water wordt door het meisje gedronken. |
|
Vergelijk de voorbeelden met de passieve zin met de voorbeelden van de actieve zinnen. Het onderwerp in de passieve zin wordt het lijdend voorwerp in de actieve zin.
Doe de oefeningen om te kijken of je het hebt begrepen!