Engelse bezittelijke voornaamwoorden
Meld je gratis aan voor alle informatie over privélessen en onze beschikbare groepscursussen (A1, A2, B2, B2, C1, C2)
Schrijf je gratis inMeld je gratis aan voor alle informatie over privélessen en onze beschikbare groepscursussen (A1, A2, B2, B2, C1, C2)
Schrijf je gratis inBezittelijke voornaamwoorden worden gebruikt om bezit aan te geven. Het is belangrijk dat de context van het bezittelijk voornaamwoord bekend is voor de luisteraar aangezien het wordt vervangen door het bezittelijk voornaamwoord. Bijvoorbeeld in de volgende zin:
Volg online taallessen met een professionele leraar
Onderwerp | Bezittelijke voornaamwoord | Vertaling | Voorbeeld | Vertaling |
---|---|---|---|---|
I | Mine | De mijne | That device is mine. | Dat apparaat is de mijne. |
You | Yours | De jouwe | These glasses are yours. | Die bril is de jouwe. |
He | His | De zijne | The medal is his. | Die medaille is de zijne. |
She | Hers | De hare | These maps are hers. | Deze kaarten zijn de hare. |
It | Its | Zijn / Haar | The cat hurts its paws last night. | De kat heeft zijn poot bezeerd gisteren. |
We | Ours | De onze | The fault is ours. | Die fout is de onze. |
You | Yours | Jullie | Yours haven't arrived yet. | Die van jullie is nog niet gearriveerd. |
They | Theirs | Van hen | The coffee machine is theirs. | Die koffie machine is van hen. |
Niet-zelfstandige bezittelijke voornaamwoorden worden meestal gebruikt om een relatie aan te geven tussen het onderwerp en een zelfstandig naamwoord. Hieronder een aantal voorbeelden.
Hoewel de bezittelijke voornaamwoorden en de niet-zelfstandige bezittelijke voornaamwoorden heel erg op elkaar lijken hebben ze een andere betekenis! Niet-zelfstandige bezittelijke voornaamwoorden worden meestal voor een zelfstandig naamwoord geschreven, in tegenstelling tot de normale bezittelijke voornaamwoorden.
Bezittelijke voornaamwoorden | Niet-zelfstandige bezittelijke voornaamwoorden | Vertaling | Voorbeeld | Vertaling |
---|---|---|---|---|
Mine | My | Mijn | That is my drink. | Dat is mijn drankje. |
Yours | Your | Jouw | Your car looks really cool! | Jouw auto ziet er heel gaaf uit! |
His | His | Zijn | His feet smell really bad. | Zijn voeten ruiken heel erg. |
Hers | Her | Haar | Her paella is very delicious. | Haar paella is super lekker. |
Its | Its | Zijn / Haar | The turtle is eating its lettuce. | De schildpad eet zijn sla op. |
Ours | Our | Ons / Onze | This will be our next destination. | Dit is wordt onze volgende bestemming. |
Yours | Your | Jullie | Your billboards are very beautiful. | Jouw billboards zijn echt heel mooi. |
Theirs | Their | Hun | Their game is about to begin. | Hun wedstrijd begint bijna. |
In de Engelse taal wordt er ook gebruik gemaakt van een apostrof om bezit aan te geven. Dit kan worden gebruikt door een apostrof gevolgd door een "s" achter een zelfstandig naamwoord te plaatsen. Als het zelfstandige naamwoord al op een "s" eindigt moet er alleen een apostrof worden gebruikt.
De bezittelijke apostrof verschilt van de andere bezittelijke voornaamwoorden. Bij een bezittelijk voornaamwoord wordt ervan uitgegaan dat de context bekend is bij de spreker en de luisteraar. Bij een bezittelijke apostrof kan worden laten zien van wie het bezit is zonder de context te weten.
Hieronder een aantal voorbeelden: