Nederlandse vraagzinnen
Meld je gratis aan voor alle informatie over privélessen en onze beschikbare groepscursussen (A1, A2, B2, B2, C1, C2)
Schrijf je gratis inMeld je gratis aan voor alle informatie over privélessen en onze beschikbare groepscursussen (A1, A2, B2, B2, C1, C2)
Schrijf je gratis inIn dit hoofdstuk leer je over vragen stellen in het Nederlands. Je leert hoe een vraagzin wordt gevormd, en de verschillende soorten vraagwoorden waaronder vragende voornaamwoorden en vragende bijwoorden.
Een vraagzin wordt gevormd doordat de persoonsvorm en het onderwerp van plaats worden gewisseld.
Persoonsvorm + onderwerp + de rest van de zin?
In de tabel hieronder worden voorbeelden van vraagzinnen getoond.
Voorbeeld | Vraag |
---|---|
Jij gaat naar huis vandaag. | Ga jij naar huis vandaag? |
Ik ben met de fiets gekomen. | Ben ik met de fiets gekomen? |
Jullie hadden gister een film gekeken. | Hadden jullie gister een film gekeken? |
Jullie helpen ons met huiswerk. | Helpen jullie ons met huiswerk? |
Als een vraag wordt geschreven met de tweede persoon enkelvoud, bijvoorbeeld 'werk jij?', verdwijnt de '-t'. Deze uitzondering geldt niet voor 'u', bijvoorbeeld 'werkt u?', de '-t' blijft.
Volg online taallessen met een professionele leraar
De Nederlandse taal heeft verschillende soorten vraagwoorden. Deze zijn nodig om een vraag te stellen. Dit kunnen vragende voornaamwoorden, vragende bijwoorden, vragende voornaamwoordelijk bijwoorden zijn. Meestal komen deze vraagwoorden voor aan het begin van de zin.
Vraagwoord + persoonsvorm + onderwerp + de rest van de zin
Vragend voornaamwoord | Voorbeeld |
---|---|
Wie | Wie is zij? |
Wat | Wat doe je? |
Welke | Welke bus neem je naar huis? |
Wat voor | Wat voor weer is het vandaag? |
'Welk' of 'welke' hangt af van het zelfstandig naamwoord dat volgt. 'Welk' wordt voor enkelvoudige 'het-woorden' gebruikt en 'welke' voor enkelvoudige 'de-woorden' en meervoud.
Vragend bijwoord | Voorbeeld |
---|---|
Waar | Waar woon je? |
Wanneer | Wanneer ga je naar de tandarts? |
Hoe | Hoe kom je naar mijn feestje? |
Interrogative pronominal adverb | Example |
---|---|
Waarom | Waarom is de dierentuin dicht? |
Waarmee | Waarmee kan ik je helpen? |
Waarvan | Waarvan heb je een foto gemaakt? |
'Hoeveel' is een vragend telwoord waarvan het antwoord telbaar moet zijn:
Doe de oefeningen om te kijken of je het begrepen hebt.