Trappen van vergelijking (comparatif/superlatif)
Meld je gratis aan voor alle informatie over privélessen en onze beschikbare groepscursussen (A1, A2, B2, B2, C1, C2)
Schrijf je gratis inMeld je gratis aan voor alle informatie over privélessen en onze beschikbare groepscursussen (A1, A2, B2, B2, C1, C2)
Schrijf je gratis inDe trappen van vergelijking (la comparaison de l'adjectif) zijn vormen afgeleid van bijvoeglijke naamwoorden die aangeven hoe sterk een eigenschap of toestand bij iemand of iets aanwezig is in vergelijking met iemand of iets anders.
Het bijvoeglijk naamwoord past zich altijd aan aan het geslacht en de vorm van het woord waarop het betrekking heeft.
Er bestaan drie soorten trappen:
Volg online taallessen met een professionele leraar
De stellende trap drukt gewoon de eigenschap uit.
De vergrotende trap heeft op zijn beurt ook drie soorten:
Bij de vergrotende trap van gelijkheid wil men zeggen dat de eigenschap of toestand hetzelfde niveau (=) heeft bij beide personen of zaken. Men maakt hiervoor gebruik van de term 'aussi ... que'. Op de puntjes hoort het bijvoeglijk naamwoord.
Dit onderdeel van de vergrotende trap geeft aan dat iemand of iets meer (+) is in vergelijking met iemand of iets anders. Voor dit gebruikt men 'plus ... que'. Ook hierbij hoort het bijvoeglijk naamwoord op de puntjes te staan.
Deze vorm wordt gebruikt wanneer men duidelijk wil maken dat iemand of iets minder (-) is in vergelijking met iemand of iets anders. Daarvoor dient 'moins...que' gebruikt te worden waarbij het nodige bijvoeglijk naamwoord op de puntjes komt.
De overtreffende trap is de hoogste graad van vergelijking. Het geeft de eigenschap of toestand weer als beste (++) of slechtste (--) van alle personen of zaken van dezelfde categorie. Maar let op: het bepaald lidwoord dat wordt gebruikt bij de overtreffende trap past zich ook aan aan het geslacht en de vorm van het woord waarop het betrekking heeft.
Men kan ook het zelfstandig naamwoord VOOR de overtreffende trap zetten.
Het bepaald lidwoord kan daarnaast ook vervangen worden door een bezittelijk voornaamwoord.
Men kan in deze trap ook gebruik maken van 'très', 'bien', 'fort', 'extrêmement', etc. Dit wordt de absolute superlatief genoemd. Het geeft een eigenschap weer op een zeer laag of zeer hoog niveau maar zonder te vergelijken met een ander object of persoon.
De vergelijkende en overtreffende trap van 'goed' en 'slecht' in het Frans krijgen een andere vorm.
Trappen | Vertaling |
---|---|
Le moins bon (--) | De minst goede |
Moins bon (-) | Minder goed |
Bon | Goed |
Aussi bon (=) | Even goed |
Meilleur (+) | Beter |
Le meilleur (++) | De beste |
Vergeet de vorm uiteraard niet aan te passen aan het geslacht en de vorm van het woord waarop het betrekking heeft.
Trappen | Vertaling |
---|---|
Le moins mauvais (--) | De minst slechte |
Moins mauvais (-) | Minder slecht |
Mauvais | Slecht |
Aussi mauvais (=) | Even slecht |
Plus mauvais / pire (+) | Slechter, erger |
Le plus mauvais / le pire (++) | Het slechtste, het ergste |
Vergeet ook hier de vorm niet aan te passen naargelang het geslacht en getal van het woord waarnaar het verwijst.