Engelse bezittelijke bijvoeglijke naamwoorden
Meld je gratis aan voor alle informatie over privélessen en onze beschikbare groepscursussen (A1, A2, B2, B2, C1, C2)
Schrijf je gratis inMeld je gratis aan voor alle informatie over privélessen en onze beschikbare groepscursussen (A1, A2, B2, B2, C1, C2)
Schrijf je gratis inDe bezittelijke bijvoeglijke naamwoorden worden gebruikt om een bezittelijk verband of een relatie tussen eigenaren en voorwerpen aan te geven. Zij worden voor het zelfstandige naamwoord geplaatst waar het over gaat. Als er andere bijvoeglijke naamwoorden over hetzelfde zelfstandige naamwoord gaan staat het bezittelijke bijvoeglijke naamwoord altijd vooraan!
Waarschuwing: bezittelijke bijvoeglijke naamwoorden en bezittelijke voornaamwoorden worden bijna hetzelfde geschreven maar zij worden echter voor andere situaties gebruikt!
Volg online taallessen met een professionele leraar
Bezittelijk bijvoeglijk naamwoord | Voorbeeld | Vertaling |
---|---|---|
My (mijn) | It's my bag. | Dat is mijn tas. |
Your (jouw) | Is it your dog? | Is dat jouw hond? |
His (zijn) | His time is up. | Zijn tijd is om. |
Her (haar) | Her package has arrived. | Haar pakketje is gearriveerd. |
Its (zijn/haar) | The turtle is eating its lettuce. | De schildpad eet zijn sla. |
Our (ons) | This is our house. | Dit is ons huis. |
Your (jullie) | Your billboards are very beautiful. | Jullie billboards zijn heel mooi. |
Their (hun) | Their plan has failed. | Hun plan is mislukt. |
Bezittelijke voornaamwoorden verwijzen naar het bezit of eigendom van een zelfstandig naamwoord in een zin. In tegenstelling tot bezittelijke bijvoeglijke naamwoorden, vervangen bezittelijke voornaamwoorden het zelfstandige naamwoord in een zin.
Bezittelijk voornaamwoord | Voorbeeld | Vertaling |
---|---|---|
Mine (de mijne) | It's mine. | Dat is de mijne. |
Yours (de jouwe) | They are yours now. | Die zijn de jouwe nu. |
His (de zijne) | I don't think that his has arrived yet. | Ik denk niet dat de zijne al gearriveerd zijn. |
Hers (de hare) | She opened the company in 2010. It is hers. | Zij opende het bedrijf in 2010. Het is de hare. |
Its (zijn/haar) | The cat hurts its paw last night. | De kat heeft haar poot gisteren pijn gedaan. |
Ours (de onze) | I can't believe these are ours now. | Ik kan het niet geloven dat het nu de onze zijn. |
Yours (jullie) | What do you think about yours? | Wat denk jij over die van jullie? |
Theirs (van hen) | The coffee machine is theirs. | De koffie machine is van hen. |
Dit bijvoeglijke naamwoord wordt gebruikt wanneer niet alleen het bezit wordt aangegeven maar ook wanneer het bezit nadrukkelijk van één persoon is.
Structuur: bezittelijke bijvoeglijk naamwoord + "own" + zelfstandig naamwoord