Aanvoegende wijs in het Frans (subjonctif)
Meld je gratis aan voor alle informatie over privélessen en onze beschikbare groepscursussen (A1, A2, B2, B2, C1, C2)
Schrijf je gratis inMeld je gratis aan voor alle informatie over privélessen en onze beschikbare groepscursussen (A1, A2, B2, B2, C1, C2)
Schrijf je gratis inDe subjonctif is de aanvoegende wijs in het Nederlands. Het is net als de 'indicatif' een wijs (le mode) van werkwoorden. Vooral in zinnen waar 'que' voorkomt, moet er worden nagegaan als de indicatif of de subjonctif nodig is. De subjonctif drukt onwerkelijkheid, onzekerheid en wensen uit. Daarnaast kan de subjonctif ook worden gebruikt om een persoon zijn emotie of mening aan te tonen over een feit dat wordt uitgedrukt. Er zijn ook enkele vaste uitdrukkingen met de subjonctif.
De subjonctif wordt onderverdeeld in 4 tijden:
Volg online taallessen met een professionele leraar
De subjonctif présent wordt gevormd door de 3e persoon meervoud van de indicatif présent te nemen zonder de uitgang '-ent' en daar de uitgangen van de subjonctif présent aan toe te voegen voor de personen 'je', 'tu', 'il' en 'ils'. Maar de 'nous' en 'vous' vorm worden op een andere manier gevormd, namelijk door de 'nous'-vorm van de indicatif présent zonder de uitgang '-ons' en daar worden de imparfait uitgangen 'ions' en 'iez' aan toegevoed. Met andere woorden, de 1e en 2e persoon van het meervoud in de subjonctif présent hebben dezelfde vervoeging als de 1e en 2e persoon meervoud van de imparfait.
Persoon | Uitgang |
---|---|
Que je | -e |
Que tu | -es |
Qu'il | -e |
Que nous | -ions |
Que vous | -iez |
Qu'ils | -ent |
Persoon | Avoir | Être | Aller | Faire | Pouvoir | Savoir | Vouloir | Valoir |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Que je | aie | sois | aille | fasse | puisse | sache | veuille | vaille |
Que tu | aies | sois | ailles | fasses | puisses | saches | veuilles | vailles |
Qu'il | ait | soit | aille | fasse | puisse | sache | veuille | vaille |
Que nous | ayons | soyons | allions | fassions | puissions | sachions | voulions | valions |
Que vous | ayez | soyez | alliez | fassiez | puissiez | sachiez | vouliez | valiez |
Qu'ils | aient | soient | aillent | fassent | puissent | sachent | veuillent | vaillent |
De subjonctif passé drukt een onzekere actie uit, vermoedelijk gerealiseerd op het ogenblik van spreken.
Deze vorm van de subjonctif is een samengestelde vorm. Om het te vormen wordt er gebruik gemaakt van de hulpwerkwoorden 'avoir' en 'être' vervoegd in de subjonctif présent met daarbij het voltooid deelwoord van het hoofdwerkwoord.
Vergeet bij het hulpwerkwoord 'être' het voltooid deelwoord niet aan te passen aan het geslacht en getal van het onderwerp.
Deze tijd van de subjonctif drukt een onzekere actie uit die niet gerealiseerd werd op het moment dat de spreker sprak. Deze tijd wordt vooral in de literatuur gebruikt.
Voor het vormen van de subjonctif imparfait start je bij de vervoeging van het werkwoord in de passé simple en voeg je daar volgende uitgangen aan toe, afhankelijk van de werkwoordengroep. De werkwoorden van de 3e groep hebben 2 vervoegingsmodellen. Er is geen regel om te weten te komen welk werkwoord welk model volgt, die moet je vanbuiten leren of opzoeken.
Persoon | Groep 1: -ER | Groep 2: -IR | Groep 3 - model 1 | Groep 3 - model 2 |
---|---|---|---|---|
Que je | -asse | -isse | -isse | -usse |
Que tu | -asses | -isses | -isses | -usses |
Qu'il | -ât | -ît | -ît | -ût |
Que nous | -assions | -issions | -issions | -ussions |
Que vous | -assiez | -issiez | -issiez | -ussiez |
Qu'ils | -assent | -issent | -issent | -ussent |
Persoon | Avoir | Être |
---|---|---|
Que je | eusse | fusse |
Que tu | eusses | fusses |
Qu'il | eût | fût |
Que nous | eussions | fussions |
Que vous | eussiez | fussiez |
Qu'ils | eussent | fussent |
Deze tijd drukt ook een onzekere actie uit, vermoedelijk gerealiseerd op het moment dat de spreker sprak. Ook deze tijd wordt vooral gebruikt in de literatuur.
Deze tijd van de subjonctif is opnieuw een samengestelde vorm. Het bestaat uit de subjonctif imparfait van 'avoir' en 'être' met het voltooid deelwoord van het hoofdwerkwoord.