Engelse tegenwoordige tijd (present perfect continuous)
Meld je gratis aan voor alle informatie over privélessen en onze beschikbare groepscursussen (A1, A2, B2, B2, C1, C2)
Schrijf je gratis inMeld je gratis aan voor alle informatie over privélessen en onze beschikbare groepscursussen (A1, A2, B2, B2, C1, C2)
Schrijf je gratis inDe present perfect continuous wordt gebruikt voor acties die in het verleden zijn begonnen, maar die verder gaan in het heden.
Om de present perfect continuous te vormen moet het hulpwerkwoord "to have" worden gebruikt, gevolgd door de participle van het werkwoord "to be" plus de present participle van het hoofdwerkwoord.
Volg online taallessen met een professionele leraar
Hoe de present perfect continuous wordt gevormd hangt af van welke vorm de zin heeft:
Structuur: onderwerp / voornaamwoord + vorm van het werkwoord "to have" + "been" + present participle van het hoofdwerkwoord + rest van de zin
In het overzicht hieronder kan je zien hoe het werkwoord "to have" wordt vervoegd met "been".
Onderwerp | "To have" + "been" |
---|---|
I | have been (ben geweest) |
You (enkelvoud) | have been (bent geweest) |
He / She / It | has been (is geweest) |
We | have been (zijn geweest) |
You (meervoud) | have been (zijn geweest) |
They | have been (zijn geweest) |
Structuur: onderwerp / voornaamwoord + negatieve vorm van het werkwoord "to have" + "been" + present participle van het hoofdwerkwoord + rest van de zin
In het overzicht hieronder kan je zien hoe het werkwoord "to have" negatief wordt vervoegd met "been".
Onderwerp | "To have" + "not" + "been" |
---|---|
I | have not been (ben niet geweest) |
You (enkelvoud) | have not been (bent niet geweest) |
He / She / It | has not been (is niet geweest) |
We | have not been (zijn niet geweest) |
You (meervoud) | have not been (zijn niet geweest) |
They | have not been (zijn niet geweest) |
Structuur: vorm van het werkwoord "to have" + onderwerp / voornaamwoord + "been" +present participle van het hoofdwerkwoord + rest van de zin + vraagteken
In het overzicht hieronder kan je zien hoe het werkwoord "to have" wordt vervoegd met "been" in een vragende zin.
Onderwerp | Vragende zinnen |
---|---|
I | Have I been ... ? (Ben ik ... ?) |
You (enkelvoud) | Have you been ... ? (Ben jij ... ?) |
He / She / It | Has he / she / it been ... ? (Is hij / zij / het ... ?) |
We | Have we been ... ? (Zijn wij ... ?) |
You (meervoud) | Have you been ... ? (Zijn jullie ... ?) |
They | Have they been ... ? (Zijn zij ... ?) |
Het overzicht hieronder laat zien in welke gevallen de present perfect continuous wordt gebruikt.
Situatie | Voorbeeld | Vertaling |
---|---|---|
Om een actie te beshrijven die tot in het recente verleden of tot op het moment van spreken bezig is/was. | Have you been working all day? You look tired. | Ben jij al de hele dag aan het werken geweest? Je ziet er moe uit. |
Om een actie te beschrijven die in het verleden is begonnen maar nog steeds bezig is. | Martina has been waiting for over an hour. | Martina is al langer dan een uur aan het wachten. |
De present perfect continuous verwijst naar een niet specifieke tijdsperiode, dus meestal wordt het vergezeld door een signaal woord.
"For" wordt gebruikt om de duur van een actie of gebeurtenis aan te geven.
Voorbeelden:
"Since" wordt gebruikt om het begin van een actie of gebeurtenis aan te geven.
Voorbeelden: