Engelse verleden tijd (past continuous)

De past continuous wordt in het Engels gebruikt voor acties of gebeurtenissen die in het verleden zijn begonnen maar verder gaan in het heden.

Hoe wordt de past continuous gevormd?

De past continuous wordt gevormd met de past simple van het hulpwerkwoord "to be" en de present participle van het werkwoord.

Structuur: "to be" +present participle (infinitief + "-ing")

Heb je een vraag?

Volg online taallessen met een professionele leraar

1. Native en geverifieerde leraren
2. Gratis proefles
3. Inclusief lesmateriaal

Nienke L.

Maaike R.

Els S.

Michael B.

Christiaan E.

Inge D.

Ivana M.

Jonathan V.

Dilara G.

An K.

Schrijf je gratis in

Voorbeelden:

• He was working at the supermarket. (Hij was in de supermarkt aan het werken.)
• The sun was shining. (De zon was aan het schijnen.)

Hoe de past continuous wordt gevormd hangt ook af van welke vorm de zin heeft:

• Bevestigende zin: drukt de waarheid van een bepaalde bewering uit.
• Ontkennende zin: drukt de onwaarheid van een bepaalde bewering uit.
• Vragende zin: drukt een vraag uit.

1. Bevestigende zinnen

Structuur: onderwerp + past simple van werkwoord "to be" + present participle (werkwoord + achtervoegsel "-ing") + rest van de zin

In het overzicht hieronder kan je zien hoe het werkwoord "to be" in de verleden tijd wordt vervoegd.

Voorbeelden:

• I was walking to school. (Ik was naar school aan het lopen.)
• He was cooking a meal for his family. (Hij was een maaltijd voor zijn familie aan het koken.)
• They were drinking beer in a bar. (Zij waren in een bar bier aan het drinken.)

2. Ontkennende zinnen

Structuur: onderwerp + ontkennende vorm van werkwoord "to be" + present participle (werkwoord + achtervoegsel "-ing") + rest van de zin

In het overzicht hieronder kan je zien hoe het werkwoord "to be" ontkennend in de verleden tijd wordt vervoegd.

Voorbeelden:

• She was not working at the office on Friday. (Zij was op vrijdag niet in het kantoor aan het werken.)
• We were not having dinner at the restaurant last week. (Wij waren vorige week niet in het restaurant aan het dineren.)
• They were not paying attention in class, because they were talking. (Zij waren niet aan het opletten in de les, omdat zij aan het praten waren.)

3. Vragende zinnen

Structuur: past simple van werkwoord "to be" +onderwerp + present participle (werkwoord + achtervoegsel "-ing") + rest van de zin + vraagteken

Voorbeelden:

• Were you coming to the party? (Waren jullie onderweg naar het feest?)
• Was he really traveling through Australia? (Was hij echt naar Australië aan het reizen?)
• Were they running to catch the bus? (Waren zij aan het rennen om de bus te halen?)

Gebruik van de past continuous

Het overzicht hieronder laat zien in welke situaties de past continuous kan worden gebruikt.

"When" en "while" in het Engels

De past continuous in het Engels bevat vaak woorden als "when" of "while". Beide van deze twee woorden worden gebruikt als er twee of meer acties plaatsvinden.

"When" wordt gebruikt als er zich situaties voordoen die gebeuren op het moment dat een andere actie bezig was.

• They were reading a book when the doorbell rang. (Zij waren een boek aan het lezen toen de deurbel ging.)

 De past simple wordt gebruikt na "when".

"While" wordt gebruikt wanneer er twee of meer acties tegelijk gebeuren.

• I was reading a book while my mother was cooking dinner. 

 De past continuous wordt gebruikt na "while".