De persoonsvorm in het Frans (le prédicat verbal)
Meld je gratis aan voor alle informatie over privélessen en onze beschikbare groepscursussen (A1, A2, B2, B2, C1, C2)
Schrijf je gratis inMeld je gratis aan voor alle informatie over privélessen en onze beschikbare groepscursussen (A1, A2, B2, B2, C1, C2)
Schrijf je gratis inDe persoonsvorm of prédicat verbal is samen met het onderwerp het belangrijkste zinsdeel van een zin. Het is het centrale element waarrond de andere zinsdelen hun functie krijgen. De persoonsvorm is een werkwoordsvorm en dus onderdeel van het werkwoordelijk of het naamwoordelijk gezegde. Net zoals in het Nederlands, hangt het af van de volgende twee elementen:
De persoonsvorm geeft ons meer info over het onderwerp, als die in het enkelvoud of in het meervoud staat, en het toont ons ook in welke tijd de zin staat.
Volg online taallessen met een professionele leraar
Een makkelijke manier om de persoonsvorm te vinden is de zin om te zetten in een andere tijd. Het werkwoord dat van tijd verandert is dan de persoonsvorm.
Voorbeeldzin | Verander de tijd | Wat meeverandert = de persoonsvorm |
---|---|---|
Je mange un petit pain. | J'ai mangé un petit pain. | mange |
Tim aime travailler en été. | Tim a aimé de travailler en été. | aime |
Je ne veux pas aller à l'école. | Je ne voulais pas aller à l'école. | veux |
Een tweede manier om de persoonsvorm te vinden is het onderwerp van enkelvoud naar meervoud omzetten, of andersom. Het werkwoord dat ook enkelvoud of meervoud wordt is dan de persoonsvorm.
Voorbeeldzin | Persoonsvorm enkelvoud/meervoud maken | Werkwoord dat verandert = persoonsvorm |
---|---|---|
Tessa lit un livre. | Tessa et Tom lisent un livre. | lit/lisent |
Les enfants aiment dessiner. | L'enfant aime dessiner. | aiment/aime |
Om de persoonsvorm juist te vormen heb je een goede kennis nodig van de werkwoorden in het Frans. Ga eventueel naar het hoofdstuk over de werkwoorden om de verschillende tijden in het Frans te leren.