Bijwoorden van plaats in het Engels
Meld je gratis aan voor alle informatie over privélessen en onze beschikbare groepscursussen (A1, A2, B2, B2, C1, C2)
Schrijf je gratis inMeld je gratis aan voor alle informatie over privélessen en onze beschikbare groepscursussen (A1, A2, B2, B2, C1, C2)
Schrijf je gratis inIn dit hoofdstuk worden de bijwoorden van plaats in het Engels uitgelegd. De bijwoorden van plaats vertellen ons waar een actie plaatsvindt.
De Engelse bijwoorden van plaats geven informatie over de plek waar een actie plaatsvindt. Dit bijwoord wordt meestal na de persoonsvorm geplaatst of na het voorzetsel die zij veranderen. Soms kunnen ze ook gevonden worden aan het begin van een zin.
Volg online taallessen met een professionele leraar
Een plaats kan ook worden gebruikt om geografische locaties uit te drukken:
De bijwoorden van plaats worden ook gebruikt om een beweging te beschrijven. Ze drukken uit dat iemand of iets op weg is naar een bepaalde plaats. Ook kunnen ze de afstand naar iets of iemand beschrijven.
De tabel toont een lijst van de bijwoorden van plaats in het Engels.
Bijwoord | Voorbeeld | Vertaling |
---|---|---|
Above | I live above a bar. | Ik woon boven een bar. |
Abroad | In the summer they always go abroad. | In de zomer gaan zij altijd naar het buitenland. |
Anywhere | My wallet could be anywhere. | Mijn portemonnee kan overal zijn. |
Away | They walked away from the house. | Ze liepen weg van het huis. |
Back | Move back a little, please. | Ga een beetje achteruit, alsjeblieft. |
Backwards | We stepped backwards when she started yelling at us. | We stapten achterwaarts toen ze tegen ons begon te schreeuwen. |
Behind | She was hiding behind the door. | Ze verstopte zich achter de deur. |
Below | The Netherlands is below sea level. | Nederland ligt onder zeeniveau. |
Between | I sat between my aunts at the party yesterday. | Ik zat tussen mijn tantes op het feestje gisteren. |
Down | John sat down for a while. | John ging een tijdje zitten. |
East | I live in the east of England. | Ik woon in het oosten van Engeland. |
Elsewhere | Can you leave your sportswear elsewhere? | Kun je je sportkleding elders achterlaten? |
Everywhere | I looked everywhere for my keys. | Ik heb overal gezocht voor mijn sleutels. |
Far | The library is not far from my house. | De bibliotheek is niet ver van mijn huis. |
Here | Your glasses are here. | Je bril is hier. |
In | I live in Dubai. | Ik woon in Dubai. |
In front of | He stood in front of the pharmacy. | Hij stond voor de apotheek. |
Inside | We want to sit inside, because it is getting colder. | We willen binnen zitten, omdat het kouder wordt. |
Near | They live near the beach. | Zij wonen vlakbij het strand. |
Next to | The house is next to a lake. | Het huis ligt naast een meer. |
Nowhere | They came out of nowhere. | Ze kwamen uit het niets. |
Off | I took my coat off, because it is very hot. | Ik deed mijn jas uit, omdat het erg warm is. |
On | He got on the bus. | Hij stapte op de bus. |
Out | We went out into the woods for a walk. | We gingen het bos in om een wandeling te maken. |
Outside | I want to sit outside today. | Ik wil vandaag buiten zitten. |
Over | She fell over and broke her leg. | Ze viel om en brak haar been. |
Sideways | She leaned sideways to introduce herself. | Ze boog zich zijwaarts om zichzelf voor te stellen. |
Somewhere | They were going somewhere else to talk. | Ze gingen ergens anders heen om te praten. |
There | Do you want to go there together? | Wil je daar samen heen gaan? |
Towards | My little brother ran towards me. | Mijn broertje rende naar mij toe. |
Under | The dog is hiding under the table. | De hond verstopt zich onder de tafel. |
Up | Stand up and go to the gym. | Sta op en ga naar de sportschool. |
Test je kennis met de gratis oefeningen.