Engelse samengestelde werkwoorden
Meld je gratis aan voor alle informatie over privélessen en onze beschikbare groepscursussen (A1, A2, B2, B2, C1, C2)
Schrijf je gratis inMeld je gratis aan voor alle informatie over privélessen en onze beschikbare groepscursussen (A1, A2, B2, B2, C1, C2)
Schrijf je gratis inIn dit hoofdstuk worden de Engelse samengestelde werkwoorden behandeld. De samengestelde werkwoorden worden gecombineerd met een voorzetsel of bijwoord. De betekenis van het samengestelde werkwoord is anders dan het originele werkwoord.
Het overzicht hieronder laat zien hoe een samengesteld werkwoord gevormd kan worden.
Structuur | Voorbeeld | Vertaling |
---|---|---|
Combinatie van werkwoord en voorzetsel | We broke up three months ago. | Wij maakten het 3 maanden geleden uit. Ik ben met het jou eens over dit onderwerp. |
Combinatie van werkwoord en bijwoord | The colours of this shirt are fading away. | De kleuren van dit shirt vervagen. Zij kan hier niet mee weg komen. |
Combinatie van werkwoord, voorzetsel en bijwoord | He looks down on his girlfriend. | Hij kijkt neer op zijn vriendin. Blijf alstjeblieft op de hoogte van het nieuws. |
Volg online taallessen met een professionele leraar
Samengestelde werkwoorden hebben een andere betekenis dan het originele werkwoord. Zij worden meestal dagelijks gebruikt. De samengestelde werkwoorden in het Engels kunnen worden onderverdeeld in:
De "transative" samengestelde werkwoorden kunnen verdeeld worden in onscheidbare en scheidbare werkwoorden, afhankelijk van of beide delen van het werkwoord kunnen worden gescheiden.
De samengestelde werkwoorden kunnen in alle werkwoordstijden worden gebruikt door het werkwoord deel te vervoegen!
"Intransative" samengestelde werkwoorden worden niet vergezeld door een onderwerp.
Het overzicht hieronder laat een aantal "intransative" samengestelde werkwoorden zien.
Voorbeeld | Vertaling | |
---|---|---|
gone up | Prices have gone up remarkably over the last few months. | De prijzen zijn merkwaardig gestegen de afgelopen maanden. |
turn up | I waited and waited but he did not turn up. | Ik heb gewacht maar hij is niet op komen dagen. |
break out | He breaks out of the cage. | Hij brak uit de kooi. |
carry on | They carried on with their life as if nothing has happened. | Zij gingen verder met hun leven alsof er niets was gebeurd. |
get by | After her divorce Fiona had just enough money to get by. | Na haar scheiding had Fiona net genoeg geld om rond te komen. |
get up | Kids get up to fighting when their parents are not home. | Kinderen zullen gaan vechten als hun ouders niet thuis zijn. |
go off | The alarm went off in the middle of the night. | Het alarm ging midden in de nacht af. |
hold on | Hold on for a minute, I will be right there. | Wacht eventjes, ik zal er zo zijn. |
speak up | He had to speak up, because he did not agree with the idea. | Hij liet zichzelf horen, omdat hij het er niet mee eens was. |
set in | The rain's set in for the day, so we can not go to the beach. | De regen valt overdag, dus we kunnen niet naar het strand. |
show off | He is always showing off with his big car. | Hij is altijd aan het pronken met zijn grote auto. |
De "transative" samengestelde werkwoorden worden vergezeld door een onderwerp, wat het afhankelijk van de functie een andere positie in de zin geeft:
Het overzicht hieronder laat de structuur van de zin zien, inclusief de verschillende functies.
Functie | Structuur | Voorbeeld | Vertaling |
---|---|---|---|
Zelfstandig naamwoord | werkwoord + affix + onderwerp / werkwoord + onderwerp + affix | Turn off your mobile. | Zet jouw telefoon uit. |
Voornaamwoord | werkwoord + onderwerp + affix | Turn it off | Zet het uit. |
Complexe uitdrukking | werkwoord + affix + onderwerp | We turned off the electrical applicances in the house. | We hebben alle elektrische apparaten uitgezet. |
Het overzicht hieronder laat een aantal scheidbare "transative" samengestelde werkwoorden zien.
Voorbeeld | Vertaling | |
---|---|---|
bring up | He was brought up by his mother and father. | Hij is opgevoed door zijn vader en moeder. |
call off | We have decided to call of the wedding. | Wij hebben besloten om de bruiloft af te zeggen. |
carry out | The investigation was carried out by the police. | Het onderzoek werd uitgevoerd door de politie. |
fill in | Fill in the correct conjugation of the past simple. | Vul de correcte vervoeging van de past simple in. |
find out | Yesterday she found out that he was lying to her. | Gisteren heeft zij uitgevonden dat hij tegen haar aan het liegen was. |
give up | Last year I gave up drinking. | Vorig jaar ben ik gestopt met drinken. |
let down | You have let me down again. | Jij hebt mij weer teleurgesteld. |
look up | Paul is looking words up in the dictionary. | Paul is woorden in het woordenboek aan het opzoeken. |
make up | Apparently she made the whole story up. | Blijkbaar heeft zij het hele verhaal verzonnen. |
pick up | I have to pick up my sister after class. | Ik moet mijn zus ophalen na haar les. |
think over | We have to think over your request before we say yes. | Wij moeten over jouw verzoek nadenken voordat wij akkoord gaan. |
try on | Yasmin has tried on many shirts in the shop. | Yasmin heeft veel shirtjes gepast in de winkel. |
work out | They have to work out their differences. | Zij moeten hun onenigheiden uitpraten. |
De onscheidbare "transative" samengestelde werkwoorden hebben altijd dezelfde structuur omdat voorzetsel of bijwoord niet van het werkwoord gescheiden kan worden.
Structuur: werkwoord + affix + onderwerp
Het overzicht hieronder laat een aantal onscheidbare samengestelde werkwoorden zien.
Voorbeeld | Vertaling | |
---|---|---|
ask after | I met John and he was asking about you. | Ik heb John ontmoet, en hij heeft naar jou gevraagd. |
break into | After the concert the audience broke into applause. | Na het concert gaf het publiek een enorm applaus. |
call on | He has to call on professional help after his accident. | Na zijn ongeval moet hij professionele hulp inroepen. |
count on | Can I count on you tonight? | Kan ik vanavond op jouw rekenen? |
deal with | Rebecca has to deal with a lot of issues at the moment. | Rebecca heeft op het moment veel problemen. |
do without | I don't know what I would do without you. | Ik weet niet wat ik zonder jou zal moeten doen. |
get over | He has to get over his relationship to feel happy again. | Hij zal zijn relatie moeten verwerken om zich weer gelukkig te voelen. |
go over | We always go over the essay to correct mistakes. | Wij kijken het verslag altijd na om fouten te corrigeren. |
join in | Sometimes you just don't feel like joining in the celebrations. | Soms wil je gewoon niet meedoen met de festiviteiten. |
look after | The grandmother looked after her grandchildren yesterday. | De oma heeft gisteren voor haar kleinkinderen gezorgd. |
run into | I ran into an old friend last week. | Ik ben vorige week een oude vriend tegen gekomen. |
stand for | The letters WWW stand for World Wide Web. | De letters WWW staan voor World Wide Web. |
take after | She takes after her mother. | Zij zorgt voor haar moeder. |
Soort | Voorbeeld | Vertaling | |
---|---|---|---|
Ask out | Transitive, scheidbaar | When we were young he asked me out. | Toen wij jong waren vroeg hij mij uit. |
Ask over | Transitive, scheidbaar | I asked him over to have a drink. | Ik vroeg hem om een drankje te doen. |
Back up | Transitive, scheidbaar | She will always back you up. | Zij zal je altijd helpen. |
Blow down | Transitive, onscheidbaar | The machine blew down the building. | De machine brak het gebouw af. |
Break down | Intransitive | She broke down when she received the sad news. | Zij zakte in elkaar toen zij het trietste nieuws kreeg. |
Break into | Transitive, scheidbaar | He broke into our home without us noticing. | Hij brak bij ons huis in zonder dat wij het door hadden. |
Break out | Intransitive | The murderer broke out of jail. | De moordenaar ontsnapte uit de gevangenis. |
Break up | Intransitive | They broke up after four years. | Zij maakten het uit na vier jaar. |
Bring up | Transitive, onscheidbaar | We had brought up our wedding during the dinner. | Wij hebben het tijdens het dinner over onze bruiloft gehad. |
Call off | Transitive, scheidbaar | The meeting got called off. | De vergadering gaat niet door. |
Call on | Transitive, scheidbaar | She knows she can always call on me when she is sad. | Zij weet dat zij mij altijd kan bellen als ze verdrietig is. |
Calm down | Intransitive | Calm down! Everything is going to be okay. | Doe rustig! Het komt allemaal goed. |
Carry on | Intransitive | They carried on with the lecture in spite of the problem with the computer. | Zij gingen door met de les ondanks de problemen met de computer. |
Carry out | Transitive, scheidbaar | We carried the plan out as we had planned. | We voerden het plan uit zoals we gepland hadden. |
Cheer up | Transitive, scheidbaar | She cheered him up with a surprise. | Zij vrolijkte hem op met een verrassing. |
Clear up | Transitive, scheidbaar | It was raining when I got up, but it cleared up during the morning. | Het was aan het regenen toen ik opstond, maar het klaarde op gedurende de ochtend. |
Come back | Intransitive | She is abroad, but she is coming back next week. | Zij is in het buitenland, maar ze komt volgende week terug. |
Come into | Transitive, onscheidbaar | He came into the room carefully without making noise. | Hij kwam de kamer binnen zonder geluid te maken. |
Come upon | Transitive, onscheidbaar | We came upon your brother in the cinema. | Wij kwamen jouw broer tegen in de bioscoop. |
Count on | Transitive, onscheidbaar | You can always count on me. | Jij kan altijd op mij rekenen. |
Cross out | Transitive, scheidbaar | I saw her crossing your name out from the list. | Ik zag haar jouw naam doorstrepen op de lijst. |
Cut out | Transitive, scheidbaar | They cut out some money which was spend on groceries from their budget. | Zij schrapten een beetje geld wat besteedt werd aan boodschappen van hun budget. |
Deal with | Transitive, onscheidbaar | We dealt with the problem easily. | We hebben het probleem gemakkelijk afgehandeld. |
Drive off | Intransitive | After their argument, she drove off crying. | Na de woordenwisseling, reedt zij huilend weg. |
Drop by / Drop in | Intransitive | I dropped by when the party was about to be over. | Ik kwam bij het feestje langs toen het al bijna afgelopen was. |
Drop off | Intransitive | My mom drops me off at work after school. | Mijn moeder zet mij bij werk af na school. |
Drop out | Intransitive | The driver dropped out the car when it started to burn. | De bestuurder viel uit de auto toen de auto begon te branden. |
Eat out | Intransitive | We would eat out more if we had more money. | We zouden meer uiteten als wij meer geld hadden. |
Fall out | Intransitive | They have fallen out of the tree. | Ze zijn uit de boom gevallen. |
Figure out | Transitive, scheidbaar | How did you figure out the problem? | Hoe heb jij het probleem opgelost? |
Fill in | Transitive, scheidbaar | Fill in the form first, please. | Vul het formulier in, alstjeblieft. |
Find out | Transitive, scheidbaar | They found it out after studying the case deeply. | Zij kwamen er achter toen zij het geval goed hebben onderzocht. |
Fix up | Transitive, scheidbaar | We will fix up the new office. | Wij zullen het nieuwe kantoor opknappen. |
Get along | Intransitive | My mom and I get along very well. | Mijn moeder en ik kunnen goed met elkaar overweg. |
Get away | Intransitive | The thief couldn't get away from the police. | De dief kon niet aan de politie ontsnappen. |
Get by | Intransitive | I don't know how they get by without food. | Ik snap niet hoe zij het redden zonder eten. |
Get in | Intransitive | I got in very late yesterday night. | Ik kwam er gisteravond heel erg laat. |
Get on | Intransitive | Get on the train, before it's too late! | Stap op de trein, voor het te laat is! |
Get up | Intransitive | I get up at 7.30 every morning. | Ik sta elke ochtend om 7:30 op. |
Get over | Transitive, onscheidbaar | It took me months to get over my breakup with James. | Het heeft mij maanden gekost om over James heen te komen. |
Give away | Transitive, scheidbaar | We have given our old clothes away, because we don't use it anymore. | Wij hebben onze oude kleren weggegeven, omdat wij ze nooit meer gebruiken. |
Give up | Transitive, scheidbaar | Don't give up on your dreams. | Geen nooit jouw dromen op! |
Go on | Transitive, onscheidbaar | Go on please, I want to listen to your version of the story. | Ga door alstjeblieft, ik wil jouw kant van het verhaal horen. |
Go off | Intransitive | The fire alarm went off when it detected the smoke. | Het brandalarm ging af toen het rook detecteerde. |
Go out | Intransitive | We want to go out tonight. | We willen uitgaan vanavond. |
Go over | Intransitive | She was going over what he told her for hours. | Zij ging na wat hij haar urenlang had verteld. |
Hold on | Intransitive | Hold on, I pass the phone to my father. | Wacht even, ik geef de telefoon aan mijn vader. |
Hold up | Transitive, scheidbaar | Hold up, let me finish talking first. | Wacht even, laat mij even uitpraten. |
Join in | Intransitive | You can join in whenever you want. | Jij kan meedoen wanneer je wilt. |
Keep away | Transitive, scheidbaar | Keep away from this guy, he is a bad influence. | Blijf bij hem weg, hij heeft een slechte invloed op iedereen. |
Keep on | Transitive, onscheidbaar | Why does he keep on texting me? | Waarom blijft hij mij berichten sturen? |
Keep up | Intransitive | This subject is very difficult and I have some problems to keep up with the class. | Het onderwerp is heel moeilijk en ik heb moeilijkheden om bij de les te blijven. |
Leave out | Transitive, scheidbaar | They always leave me out in their plans. | Zij sluitten mij altijd buiten bij hun plannen. |
Let down | Transitive, scheidbaar | Don't let me down, I trust you. | Stel me niet teleur, ik vertrouw jou. |
Look after | Transitive, scheidbaar of onscheidbaar | Could you look after my children on Friday night? | Zou jij vrijdagavond op mijn kinderen kunnen passen? |
Look into | Transitive, onscheidbaar | In this laboratory, they are looking into a new medicine. | In dit laboratorium zoeken ze naar een nieuw medicijn. |
Look out | Intransitive | Look out for him please. | Let even op hem alstjeblieft. |
Look up | Intransitive | If you look up you will see all the stars. It's magical. | Als je naar boven kijkt kan je alle sterren zien, het is echt magisch. |
Make up | Transitive, scheidbaar | Don't trust him, he always makes stories up. | Vertrouw hem niet, hij verzint altijd allerlei verhalen. |
Move in | Intransitive | It has been one year since I moved in with my sister. | Het is alweer een jaar geleden dat ik bij mijn zus ging wonen. |
Pay back | Transitive, scheidbaar | I have to pay my parents the money back that they lent me. | Ik moet mijn ouders het geld terug betalen wat ik heb geleend. |
Pick up | Transitive. scheidbaar | We are going to pick up my sister from the airport. | Wij halen mijn zus op van het vliegveld. |
Plug in | Transitive, scheidbaar | You should plug in your phone because you don't have any battery left. | Je zou jouw telefoon aan moeten sluiten omdat jij bijna geen batterij over hebt. |
Point out | Transitive, scheidbaar | She pointed out the important parts of the research yesterday. | Zij legde gisteren de belangrijke dingen van het onderzoek uit. |
Put away | Transitive, scheidbaar | The kids put their toys away. | De kinderen legden hun speelgoed weg. |
Put on | Transitive, scheidbaar | Put your jacket on, it's very cold outside. | Doe jouw jas aan, het is erg koud buiten. |
Put out | Transitive, scheidbaar | The firefighters put out the fire quickly. | De brandweer bluste het vuur heel snel. |
Rip off | Transitive, scheidbaar | A lot of restaurants rip off the tourists. | Veel restaurants zijn touristen aan het afzetten. |
Run away | Intransitive | She ran away from her house when she was 18 years old. | Zij rende weg van haar huis toen zij 18 jaar oud was. |
Run into | Transitive, onscheidbaar | We ran into your mom in the supermarket. What a coincidence. | Wij kwamen jouw moeder tegen in de supermarkt. Wat een toeval. |
Run out | Intransitive | I have run out of money, I have to find a job. | Ik heb geen geld meer, ik moet een baantje vinden. |
Set out | Intransitive | They set out the fences to protect everyone from the running bulls. | Zij hebben de hekken neergezet om iedereen van de stieren te beschermen. |
Set up | Transitive, scheidbaar | He always thinks we are trying to set him up. | Hij denkt altijd dat wij hem willen benadelen. |
Show off | Intransitive | She was showing off her new car. | Zij was aan het pronken met haar nieuwe auto. |
Sleep in | Intransitive | She doesn't work on Sundays so she can sleep in. | Zij werkt niet op zondagen zodat ze kan uitslapen. |
Slow down | Intransitive | You are driving so fast! Slow down. | Je rijdt zo snel! Rij even wat rustiger. |
Sort out | Transitive, scheidbaar | She wanted it perfect and that's why she sorted out all the details. | Zij wou dat het perfect was en daarom heeft zij alle details uitgewerkt. |
Speak up | Intransitive | Speak up! There is a lot of noise. | Praat eens wat harder! Er is heel veel lawaai. |
Split up | Intransitive | Can we split up the bill please? | Kunnen wij alstjeblieft de rekening splitsen? |
Stand by | Intransitive | I will stand by if you need me. | Ik zal klaar staan voor als je mij nodig hebt. |
Take after | Transitive, scheidbaar | I will take the first piece, you can take one after me. | Ik zal het eerste stuk nemen, jij mag na mij eentje pakken. |
Take down | Transitive, scheidbaar | He took down all the posters. | Hij heeft de posters eraf gehaald. |
Take in | Transitive, scheidbaar | We were taking in the stray dog, he looked really hungry and cold. | Wij namen de zwerfhond naar binnen omdat hij er erg hongerig en koud uitzag. |
Take off | Intransitive | The plane took off just on time. | Het vliegtuig steeg net op tijd op. |
Take on | Transitive, scheidbaar | You don't need to worry. I will take on that project. | Maak je geen zorgen. Ik zal het project doen. |
Take out | Transitive, scheidbaar | He took her out and she couldn't believe it. | Hij nam haar mee uit en zij kon het maar niet geloven. |
Tell off | Transitive, scheidbaar | My dad told me off a lot of times when I didn't search for a job. | Mijn vader zeurde vaak tegen mij toen ik niet voor een baantje aan het zoeken was. |
Think over | Transitive, scheidbaar | Just think it over a couple of times before you make a decision. | Denk er een paar keer over na voordat je een beslissing maakt. |
Throw away | Transitive, scheidbaar | They want to throw these tables away because they don't use them anymore. | Zij willen deze tafels weggooien omdat ze niet meer gebruikt worden. |
Try on | Transitive, scheidbaar | You should try the dress on before you buy it. | Je moet de jurk aanpassen voordat je hem koopt. |
Turn around | Intransitive | Turn around carefully and check the table in front of us, is he your ex boyfriend? | Draai je eens voorzichtig om en kijk naar de tafel voor ons, is dat jouw ex? |
Turn up | Intransitive | Don't worry, I'm sure your wallet will turn up. | Maak je geen zorgen, de portemonnee komt vanzelf wel boven water. |
Wear off | Intransitive | The effects of the anesthesia will wear off in a couple of hours. | De effecten van de verdoving zullen na een paar uur zijn uitgewerkt. |
Work out | Intransitive / transitive, scheidbaar | We are going to work out today. | We gaan vandaag sporten. |