Ontkennende gebiedende wijs (Imperativo Negativo)

In het Spaans zijn er twee manieren om bevelen uit te drukken, de imperativo afirmativo en de imperativo negativo. Hieronder is de imperativo negativo uitgelegd: 

De Imperativo Negativo: instructies om iets niet te doen

De vorm van de imperativo negativo (negatieve gebiedende wijs) is eenvoudiger dan the imperativo afirmativo. De uitgangen zijn bijna hetzelfde als de tegenwoordige tijd, maar dan met een extra klinker verandering. 

• De werkwoorden die eindigen op -ar hebben dezelfde uitgangen als de werkwoorden die eindigen op -er in de tegenwoordige tijd. 
• De werkwoorden die eindigen op -er en -ir hebben dezelfde uitgangen als werkwoorden die eindigen op -ar in de tegenwoordige tijd.

Heb je een vraag?

Volg online taallessen met een professionele leraar

1. Native en geverifieerde leraren
2. Gratis proefles
3. Inclusief lesmateriaal

Carol P.

Pieter S.

Caroline P.

María Mercedes D.

Hanke D.

Elvira V.

SANDRA L.

Alexandra M.

Yudiht U.

Tsarina T.

Schrijf je gratis in

Onregelmatige werkwoorden Imperativo Negativo

In zinnen die je vertellen iets niet te doen en waar "no" voor de zin staat, zijn de imperativo vormen allemaal afgeleid van de tegenwoordige tijd. Het is makkelijk te onthouden omdat de uitgangen van -ar en -er het tegenovergestelde zijn in de imperativo van wat ze in de tegenwoordige tijd zijn.

Onregelmatige werkwoorden

Onregelmatige werkwoorden in de tegenwoordige tijd

Als het werkwoord onregelmatig is in de eerste persoon-enkelvoud van de tegenwoordige tijd, zullen alle vormen in de imperativo negativo dezelfde onregelmatigheid hebben. 

Voorbeeld: Tener

• ¡No tengas!
• ¡No tenga!
• ¡No tengamos!
• ¡No tengáis!
• ¡No tengan!

Hier zijn een aantal voorbeelden van de meest voorkomende onregelmatige werkwoorden:

Positie van de voornaamwoorden van het object

Voornaamwoorden van het object zijn woorden zoals me (betekenis: mij of voor mij) of les (betekenis: voor hen/voor jou) die worden gebruikt in plaats van een zelfstandig naamwoord als het object in de zin. In zinnen en instructies veranderd de positie van deze voornaamwoorden van het object afhankelijk van of je iemand beveelt om iets te moeten doen (imperativo afirmativo) of dat je iemand iets beveelt niet te doen (imperativo negativo). 

• ¡No os preocupéis! - (Maak je geen zorgen!)
• ¡No lo abras! - (Maak het niet open!)
• ¡No se lo digas! - (Vertel het haar niet!)

 Wanneer je iemand vertelt om iets NIET TE DOEN dan komt het voornaamwoord van het object voor het werkwoord.