Adverbios in het Spaans

Een bijwoord is een woord dat iets aangeeft over een ander element in een zin, namelijk:

1. werkwoorden
2. bijvoeglijke naamwoorden
3. bijwoorden

In tegenstelling tot Spaanse bijvoeglijke naamwoorden, veranderen bijwoorden niet naar geslacht of aantallen. 

Voorbeeld: 

• Werkwoord-verandering: Roberto camina lentamente. - (Roberto loopt langaam.)
• Bijvoeglijk naamwoord-verandering: ¡Habla más despacio! - (Praat langzamer!)
• Bijwoord-verandering: Miguel toca muy bien el piano. - (Miguel speelt heel goed piano.)

Formulering van bijwoorden met -mente

De meeste Spaanse bijworden worden gevormd door -mente toe te voegen aan de vrouwelijke vorm van het bijwoord.

Wanneer bijvoeglijke naamwoorden eindigen op een -e of een medeklinker, wordt -mente toegevoegd aan de enkelvoudige vorm van het bijvoeglijk naamwoord. 

Heb je een vraag?

Volg online taallessen met een professionele leraar

1. Native en geverifieerde leraren
2. Gratis proefles
3. Inclusief lesmateriaal

Tsarina T.

Alexandra M.

María Mercedes D.

Soledad A.

Mayte C.

Elena P.

HUGUES JPM P.

Jaume L.

Marjolein V.

SANDRA L.

Schrijf je gratis in

Soorten bijwoorden

Er zijn 4 soorten bijwoorden: 

1. bijwoorden van frequenties en tijd
2. bijwoorden van plaats
3. bijwoorden van hoeveelheid
4. bijwoorden van manier van doen

1. Bijwoorden van frequenties en tijd

Bijwoorden van frequentie en tijd (adverbios de tiempo) geven informatie over tijd, duur, en frequentie.

Ze komen voor of na het werkwoord dat ze wijzigen.

Voorbeeld: 

• Anoche salí con mi novio. - (Gisteravond ging ik uit met mijn vriendje.)
• Amalia volvió a casa muy tarde. - (Amalia kwam heel laat thuis.)

2. Bijwoorden van plaats

Bijwoorden van plaats (adverbios de lugar) geven informatie over de locatie van een actie. 

Ze komen achter het werkwoord waar het naar verwijst. 

Voorbeeld: 

• La peluquería está aquí. - (De kapper is hier.)
• Hay un anillo dentro de la caja. - (Er zit een ring in de doos.)
• ¡Vamos afuera! - (Laten we naar buiten gaan!)

3. Bijwoorden van hoeveelheid

Bijwoorden van hoeveelheid (adverbios de cantidad) worden gebruikt om informatie te geven over een hoeveelheid, nummer of mate.

In het algemeen staan ze

1. achter het werkwoord waarnaar verwijst wordt
2. voor bijvoeglijke naamwoord waarnaar verwijst wordt
3. voor het bijwoord waarnaar verwijst wordt

Voorbeeld:

1. Giulia no bebe mucho. - (Giulia drinkt niet veel.)
2. Bautista es muy bajo. - (Bautista is heel kort.)
3. María camina menos rápido que tú. - (María loopt langzamer dan jij.)

4. Bijwoorden van manier van doen

Bijwoorden van manier van doen (adverbios de modo) omschrijven hoe een actie wordt uitgevoerd.

Ze komen na het werkwoord waarnaar ze verwijzen. 

Voorbeeld: 

• Michael habla muy bien el olandés. - (Michael spreekt goed Nederlands.)
• No hables tan bajo, no se te oye. - (Spreek niet zo zacht, je bent niet te horen.)
• El profesor explicó claramente el ejercicio. - (De leraar legde de oefening duidelijk uit.)