Italiaanse bezittelijke bijvoeglijke naamwoorden
Meld je gratis aan voor alle informatie over privélessen en onze beschikbare groepscursussen (A1, A2, B2, B2, C1, C2)
Schrijf je gratis inMeld je gratis aan voor alle informatie over privélessen en onze beschikbare groepscursussen (A1, A2, B2, B2, C1, C2)
Schrijf je gratis inBezittelijke bijvoeglijke naamwoorden (aggettivi possessivi) geven een bezit of eigendom aan.
Er zijn zes bezittelijke bijvoeglijke naamwoorden. Een voordeel is dat ze bijna allemaal de algemene verbuigingsregels hebben. Het enige onveranderlijke voornaamwoord is loro (hun).
Mannelijk enkelvoud | Vrouwelijk enkelvoud | Mannelijk meervoud | Vrouwelijk meervoud | Nederlands |
---|---|---|---|---|
mio | mia | miei | mie | mijn |
tuo | tua | tuoi | tue | jouw |
suo | sua | suoi | sue | zijn/haar |
nostro | nostra | nostri | nostre | onze |
vostro | vostra | vostri | vostre | jullie |
loro | loro | loro | loro | hun |
Volg online taallessen met een professionele leraar
Andrea mi ha invitato alla sua festa di compleanno.
Andrea heeft me uitgenodigd voor zijn verjaardagsfeest.
In het Italiaans maakt het geslacht van de eigenaar (mannelijk of vrouwelijk) geen verschil voor het bezittelijke bijvoeglijke naamwoord.
La sua macchina → Zijn auto / haar auto
Het geslacht van de eigenaar kan alleen herkend worden aan de context.
Claudio e Donatella ci hanno dato la loro auto.
Claudio en Donatella gaven ons hun auto.
Als het onderwerp en de eigenaar dezelfde persoon zijn, kan proprio gebruikt worden in plaats van suo/loro.
Simona ci tiene molto alla propria casa.
Simona geeft veel om haar eigen huis.
Bezittelijke bijvoeglijke naamwoorden gaan vooraf aan het zelfstandig naamwoord en volgen het bepaalde of onbepaalde lidwoord.
Italiaans | Nederlands |
---|---|
Un mio amico | een vriend van mij |
La mia famiglia | mijn familie |
Il nostro dovere | onze plicht |
Il loro cane | hun hond |
Lidwoorden worden soms weggelaten bij familieleden.
Italiaans | Nederlands |
---|---|
Mio papà lavora in fabbrica. | Mijn vader werkt in een fabriek. |
Quella penna è di mia zia Angela. | Die pen is van mijn tante Angela. |