Italiaanse achtervoegsels (verkleinwoorden, ...)

Veranderende achtervoegsels in het Italiaans

In het Italiaans kunnen we gebruik maken van achtervoegsels om iets nieuws aan de betekenis van het originele woord toe te voegen.
Deze constructies worden alleen gebruikt in informele teksten.

We kunnen onderscheid maken in vier verschillende klasses in veranderende zelfstandige naamwoorden: 

• Diminutivi (verkleinwoorden)
• Vezzeggiativi (genegenheid in het woord uiten)
• Accrescitivi (vergrotende vorm van het woord)
• Dispregiativi (een negatieve nadruk op het woord leggen)

Heb je een vraag?

Volg online taallessen met een professionele leraar

1. Native en geverifieerde leraren
2. Gratis proefles
3. Inclusief lesmateriaal

Delia C.

Nicola D.

Niccolò C.

Elena C.

Simone M.

HUGUES JPM P.

CARLA D.

Gioele P.

Magda G.

Elena P.

Schrijf je gratis in

Italiaanse verkleinwoorden (Diminutivi) 

Verkleinwoorden in het Italiaans hebben een gelijkaardige functie als in het Nederlands. Het gebruik is vaak informeel, bijvoorbeeld als je tegen een baby praat.

• Guarda quella stellina in cielo! (Kijk naar die kleine ster aan de hemel!)
• Una famosa canzone dice "C'era una casetta piccolina in Canada". (Een beroemd lied luidt: "Er was een klein huisje in Canada".)
• Nel presepe c'è un asinello. (Er is een kleine ezel in de kerststal.)
• È possibile avere uno sconticino sul prezzo finale? (Is het mogelijk om een kleine korting op de eindprijs te krijgen?) 
• Nell'acquario ci sono due pesciolini rossi. (Er zijn twee kleine goudvissen in het aquarium.) 

Italiaanse termen van genegenheid (Vezzeggiativi) 

Vezzeggiativi brengen het idee van tederheid, sympathie en kleinheid over.

• C'era un lettuccio sulla destra e un armadio sulla sinistra.
  (Er was een klein bed aan de rechterkant en een kast aan de linkerkant.) 
• I miei nonni abitavano nella viuzza che arriva fino in piazza.
  (Mijn grootouders woonden in een kleine straat die naar het plein leidt.)  
• Il quokka è una bestiola che vive in Australia occidentale.
  (De quokka is een klein dier dat in West-Australië leeft.)
• L'orsacchiotto che avevo quando ero piccolo si chiamava Chicco.
  (De teddybeer die ik had toen ik klein was heette Chicco.)
• Marco è molto dolce con la sua ragazza: la chiama sempre "mogliettina" anche se non sono ancora sposati.
  (Marco is erg lief voor zijn vriendin: hij noemt haar altijd "vrouwtje" ook al zijn ze nog niet getrouwd.)

Italiaanse vergrootwoorden (Accrescitivi)

Dit soort zelfstandige naamwoorden beschrijven een gevoel van grootte of maat. 

• Quella casona mi mette paura.
  (Dat grote huis maakt me bang.) 

• Devo studiare questo librone per l'esame!
  (Ik moet dit enorme boek bestuderen voor het examen!) 

• La tua è proprio una manona!
  (De jouwe is echt een grote hand!)

Italiaanse negatieve woorden (Dispregiativi)

Dit soort achtervoegsels drukken een gevoel van minachting en afkeer uit.

Afhankelijk van de context, kan het achtervoegsel -astro ook zijn negativiteit verliezen.  

• Non vuoi mica indossare quel cappellaccio?
  (Je gaat toch die afschuwelijke hoed niet dragen?) 
• Chi è questo poetastro?
  (Wie is deze ellendige dichter?) 
• Credo che sia una ideaccia. 
  (Ik denk dat het een verschrikkelijk idee is.)

Combinatie van achtervoegsels

Je kan aangepaste achtervoegsels combineren om een andere betekenis te geven. Let op: dit kan alleen maar in de informele context. 

Uitzonderingen

Misleidende alternatieven

Veel woorden lijken door hun achtervoegsel een andere betekenis te hebben dan ze daadwerkelijk hebben.

Veranderingen in het geslacht

Sommige achtervoegsels veranderen niet alleen de betekenis, maar ook het geslacht van het originele woord.