Italiaanse regelmatige werkwoorden
Meld je gratis aan voor alle informatie over privélessen en onze beschikbare groepscursussen (A1, A2, B2, B2, C1, C2)
Schrijf je gratis inMeld je gratis aan voor alle informatie over privélessen en onze beschikbare groepscursussen (A1, A2, B2, B2, C1, C2)
Schrijf je gratis inDe verbi regolari (regelmatige werkwoorden) zijn de werkwoorden die vaste regels hebben voor hun vervoegingen.
Italiaanse werkwoordvervoegingen hebben enkele karakteristieken.
Let op! Deze eigenschappen gelden niet in elke modus en elke tijd. Bijvoorbeeld de onvoltooid tegenwoordige tijd (de tijd die je in het dagelijkse leven het meest gebruikt) heeft geen thematische klinker! Zo is het cant-o (Ik zing), en niet cant-ao; prend-o (Ik neem), en niet prend-eo.
Volg online taallessen met een professionele leraar
Regelmatige werkwoorden vervoegen gebeurt, zoals eerder al gezegd, via bepaalde regels. Je moet de uitgang van het werkwoord (aangepast aan de tijd en modus) aan de stam toevoegen.
Let op! Enkel de zogenaamde enkelvoudige tijden (de tijden zonder hulpwerkwoorden) volgen deze regel. De samengestelde tijden hebben een andere structuur: een van de hulpwerkwoorden (essere of avere) samen met het voltooid deelwoord van het hoofdwerkwoord.
Hieronder volgt een overzicht van de vaakst voorkomende regelmatige werkwoorden in het Italiaans. Ze zijn opgedeeld volgens hun uitgang (en dus ook hun specifieke vervoegingen).
Infinitief | Nederlands |
---|---|
abitare | (in)wonen |
amare | houden van |
ascoltare | luisteren |
camminare | wandelen, lopen |
cantare | zingen |
giocare | spelen |
guardare | kijken |
lavorare | werken |
mangiare | eten |
nuotare | zwemmen |
pagare | betalen |
parlare | spreken, praten |
salutare | groeten |
studiare | studeren |
tornare | teruggeven |
viaggiare | reizen |
Infinitief | Nederlands |
---|---|
accedere | toegang hebben tot |
battere | verslaan |
credere | geloven |
dibattere | debatteren |
precedere | voorafgaan |
ricevere | ontvangen |
temere | schrik hebben (van) |
tessere | naaien |
vendere | verkopen |
Infinitief | Nederlands |
---|---|
applaudire | applaudisseren |
bollire | koken |
consentire | toestaan |
dormire | slapen |
eseguire | bereiken |
inseguire | achtervolgen |
mentire | liegen |
partire | vertrekken |
sentire | horen, voelen |
vestire | aankleden |
1 Italiaanse werkwoorden op (-are) vervoegen | Leer de eerste persoon vervoegen van werkwoorden op -are |
2 Italiaanse werkwoorden op (-ere) vervoegen | Italiaanse werkwoorden vervoegen eindigend op -ere |
3 Italiaanse werkwoorden op (-ire) vervoegen | Leer Italiaanse werkwoorden vervoegen eindigend op -ire |