Italiaanse werkwoorden op (-ire) vervoegen
Meld je gratis aan voor alle informatie over privélessen en onze beschikbare groepscursussen (A1, A2, B2, B2, C1, C2)
Schrijf je gratis inMeld je gratis aan voor alle informatie over privélessen en onze beschikbare groepscursussen (A1, A2, B2, B2, C1, C2)
Schrijf je gratis inDe derde en laatste categorie van Italiaanse werkwoorden zijn degene die eindigen op -ire.
Heel wat vaakgebruikte werkwoorden behoren tot deze categorie, zoals dormire (slapen), sentire (voelen), partire (vertrekken), mentire (liegen), vestire (dragen), inseguire (achtervolgen).
Volg online taallessen met een professionele leraar
Ondanks dat het regelmatige werkwoorden zijn, hebben werkwoorden op -ire enkele typische karaktertrekken.
We doorlopen hierna de belangrijkste subcategorieën:
Sommige werkwoorden hebben twee onvoltooide deelwoorden: eindigend op zowel -ente als -iente.
Bijvoorbeeld: dorm-ente en dorm-iente
Andere werkwoorden hebben enkel een onvoltooid deelwoord dat eindigt op -iente.
Bijvoorbeeld: obbed-iente, nutr-iente
Hieronder staat een overzicht van de vaakst voorkomende onvoltooide deelwoorden in deze vorm.
Infinitief | Onvoltooid deelwoord |
---|---|
Capire (begrijpen, verstaan) | capente |
Consentire (toestaan, toestemmen) | consenziente |
Nutrire (voeden) | nutriente |
Patire (lijden) | paziente |
Sentire (voelen) | senziente |
Ubbidire/obbedire (gehoorzamen) | ubbidiente/obbediente |
Venire (komen) | veniente |
In sommige gevallen krijgen werkwoorden met een infinitief op -ire het tussenwerpsel 'isc' tussen de stam en hun uitgang. Voorbeelden zijn capire (verstaan), finire (eindigen, beëindigen), sparire (verdwijnen), obbedire (gehoorzamen), percepire (percipiëren, beschouwen).
Dit gebeurt in de volgende gevallen:
1. De 1ste, 2de, 3de persoon enkelvoud en 3de persoon meervoud van de presente indicativo en de congiuntivo presente;
2. De 2de, 3de persoon enkelvoud en 3de persoon meervoud van de imperativo presente.
Bijvoorbeeld:
Indicativo presente | Congiuntivo presente | Imperativo presente |
---|---|---|
Io capisco | Che io capisca | / |
Tu capisci | Che tu capisca | Capisci |
Egli/Ella capisce | Che egli/ella capisca | Capisca |
Noi capiamo | Che noi capiamo | Capiamo |
Voi capite | Che voi capiate | Capite |
Essi/Esse capiscono | Che essi/esse capiscano | Capiscano |
Sommige werkwoorden zoals applaudire (applaudisseren, klappen), mentire (liegen), nutrire (voeden), partire (verdelen) kunnen beide vormen hebben, met of zonder isc.
Bijvoorbeeld: io applaudo, io applaudisco
Een andere subcategorie werkwoorden krijgt een tussenwerpsel in de vorm van de letter 'i' tussen de stam en de uitgang. Het werkwoord cucire (naaien) is zo een werkwoord. De letter i komt er enkel tussen de stam en de uitgangen die beginnen met een 'a' en een 'o'.
Bijvoorbeeld: io cuc-i-o (Ik naai), noi cuc-i-amo (wij naaien).
Zoals al gezegd, bestaan sommige tijden en/of modi in het Italiaans niet altijd exact hetzelfde in het Nederlands. Daarom verwijzen we jou voor een uitgebreid voorbeeld van een werkwoord op -ire graag door naar de Engelstalige pagina.