Ontkenning in het Italiaans
Meld je gratis aan voor alle informatie over privélessen en onze beschikbare groepscursussen (A1, A2, B2, B2, C1, C2)
Schrijf je gratis inMeld je gratis aan voor alle informatie over privélessen en onze beschikbare groepscursussen (A1, A2, B2, B2, C1, C2)
Schrijf je gratis inOm een negatie aan een zin toe tevoegen is het noodzakelijk om Non (niet) voor het hoofdwerkwoord te plaatsen.
Ontkennende zin: Onderwerp/(Persoonlijk voornaamwoord) + Non + werkwoord + Rest van de zin
Italiaans | Nederlands |
---|---|
Lui non sa cucinare. | Hij kan niet koken. |
Non dormire! | Slaap niet! |
L'esame non è stato superato. | Het examen was niet geslaagd. |
Volg online taallessen met een professionele leraar
De correcte structuur van directe en indirecte voornaamwoorden in ontkennende zinnen is de volgende:
Directe en indirecte voornaamwoorden: Non + voornaamwoord + werkwoord + Rest van de zin
Als het voornaamwoord en het werkwoord samenvallen, gaat 'non' deze constructie vooraf.
Italiaans | Nederlands |
---|---|
Non mi piace il cavolo. | Ik hou niet van sla. |
Non glielo do. | Ik ga het niet geven aan haar. |
Non parlarle. | Spreek niet met haar |
Ontkennende bijwoorden kunnen ook gebruikt worden voor ontkennende zinnen. Hier zijn wel enkele regels voor.
Als Nessuno (niemand), Neanche, Nemmeno, Neppure (niet eens), Niente (niets) Nulla (niets) voor het werkwoord staan, moet non (niet) niet toegevoegd worden.
Italiaans | Nederlands |
---|---|
Nessuno andrà al cinema. | Niemand gaat naar de cinema. |
Neache Mario sa la risposta. | Zelfs Mario weet het antwoord niet. |
Niente è deciso. | Niets is beslist. |
Bij samengestelde werkwoorden worden bijwoorden zoals Già (al, reeds) Ancora (nog, nog steeds, opnieuw) Mai (ooit, nooit) en Più (een beetje langer, meer) tussen het hulpwerkwoord en het deelwoord geplaatst.
Italiaans | Nederlands |
---|---|
Il Presidente non ha ancora risposto. | De president heeft nog niet geantwoord. |
Non avevo mai visto una giraffa dal vivo. | Ik heb nog nooit een levende giraf gezien. |
Ontkennende vraagzinnen worden op de volgende manier gevormd:
Ontkennende vraagzin: Onderwerp/(Persoonlijk voornaamwoord) + Non + werkwoord + Rest van de zin
Italiaans | Nederlands |
---|---|
Maria non ha portato i soldi? | Heeft Maria het geld niet gebracht? |
Non sei uscito ieri sera? | Ben je gisteren niet uitgeweest? |
De W-vragen (wie, wat, waar, waarom) worden in het Nederlands vaak gebruikt. De meest voorkomende Italiaanse variant in ontkennende zinnen is Perchè (waarom).
W-vragen: Perché + Onderwerp/(Persoonlijk voornaamwoord) + Non + (persoonlijk voornaamwoord) + Rest van de zin
Italiaans | Nederlands |
---|---|
Perché non sei a scuola? | Waarom ben je niet op school? |
Perché il gatto non è in garage? | Waarom is de kat niet in de garage? |
Perché non finisci di mangiare? | Waarom ben je nog niet klaar met eten? |