Italiaanse imperatief
Meld je gratis aan voor alle informatie over privélessen en onze beschikbare groepscursussen (A1, A2, B2, B2, C1, C2)
Schrijf je gratis inMeld je gratis aan voor alle informatie over privélessen en onze beschikbare groepscursussen (A1, A2, B2, B2, C1, C2)
Schrijf je gratis inDe modo imperativo (imperatief) is een van de modi in Italiaanse grammatica.
De imperativo wordt gebruikt voor werkwoorden die orders, bevelen, indicaties en advies uitdrukken. De ontkennende vorm van de imperativo drukt een verbod uit, wat betekent dat iets verboden is.
Bijvoorbeeld:
Deze modus wordt enkel gebruikt in hoofdzinnen.
Volg online taallessen met een professionele leraar
Het handige aan de imperatief is dat deze modus maar in een tijd voorkomt: de tegenwoordige tijd.
Daarnaast bestaat de imperatief enkel in de tweede persoon enkelvoud (tu) en meervoud (voi).
Voor alle andere personen is het noodzakelijk om de tegenwoordige tijd van de subjonctieve modus te gebruiken.
Let op: de eerste persoon enkelvoud (io) van deze tijd bestaat niet!
Regelmatige werkwoorden vervoeg je als volgt
Bijvoorbeeld parlare (spreken)
Stam | Uitgang | Voorbeeld | Nederlands | |
---|---|---|---|---|
Io | / | / | / | / |
Tu | parl | a | Parla con loro | Spreek met hen |
Egli/Ella | parl | i | Parli con loro | Spreek met hen |
Noi | parl | iamo | Parliamo con loro | Laten we met hen spreken |
Voi | parl | ate | Parlate con loro | Spreek met hen |
Essi/Esse | parl | ino | Parlino con loro | Spreek met hen |
Bijvoorbeeld credere (geloven)
Stam | Uitgang | Voorbeeld | Nederlands | |
---|---|---|---|---|
Io | / | / | / | / |
Tu | cred | i | Credici | Geloof erin |
Egli/Ella | cred | a | Ci creda | Geloof erin |
Noi | cred | iamo | Crediamoci | Laten we erin geloven |
Voi | cred | ete | Credeteci | Geloof erin |
Essi/Esse | cred | ano | Ci credano | Geloof erin |
Bijvoorbeeld dormire (slapen)
Stam | Uitgang | Voorbeeld | Nederlands | |
---|---|---|---|---|
Io | / | / | / | / |
Tu | dorm | i | Adesso dormi | Slaap nu |
Egli/Ella | dorm | a | Dorma adesso | Slaap nu |
Noi | dorm | iamo | Adesso dormiamo | Laten we nu slapen |
Voi | dorm | ite | Adesso dormite | Slaap nu |
Essi/Esse | dorm | ano | Dormano adesso | Slaap nu |
Onregelmatige werkwoorden moeten uit het hoofd geleerd worden omdat ze geen grammaticale regels volgen. De tabel hieronder bevat de vervoegingen van de meest voorkomende oworden in de imperativo.
Sapere (weten) | Andare (gaan) | Dire (zeggen) | Fare (doen, maken) | Dare (geven) | Stare (blijven) | |
---|---|---|---|---|---|---|
Io | / | / | / | / | / | / |
Tu | sappi | va' (vai)* | di' | fa' (fai)* | da' (dai)* | sta' (stai)* |
Egli/Ella | sappia | vada | dica | faccia | dia | stia |
Noi | sappiamo | andiamo | diciamo | facciamo | diamo | stiamo |
Voi | sappiate | andate | dite | fate | date | state |
Essi/Esse | sappiano | vadano | dicano | facciano | diano | stiano |
*De werkwoorden stare, fare, andare en dare hebben twee mogelijke vormen in de tweede persoon enkelvoud. Beide vormen zijn correct.
Example: Vai a casa! (Ga naar huis!)
Va' a casa! (Ga naar huis!)
De hulpwerkwoorden essere en avere vormen de imperativo ook op een onregelmatige manier.
Essere (zijn) | Avere (hebben) | |
---|---|---|
Io | / | / |
Tu | sii | abbi |
Egli/Ella | sia | abbia |
Noi | siamo | abbiamo |
Voi | siate | abbiate |
Essi/Esse | siano | abbiano |
De negatieve vorm van de imperatief (imperativo negativo italiano) heeft een relatief eenvoudige structuur:
1) Voor de tweede persoon enkelvoud (tu) is het noodzakelijk om de negatie non voor het werkwoord in de infinitief te zetten.
2) Voor alle andere personen, is het noodzakelijk om de negatie non aan het werkwoord in de imperatief of subjonctief toe te voegen.
Om een order of bevel op een formelere manier te geven, kan je bepaalde uitdrukkingen gebruiken. Deze zijn de volgende:
Uitdrukking | Vertaling |
---|---|
Per favore/per piacere | Alstublieft |
Se non ti/le/vi dispiace | Als u het niet erg vindt/zou het mogelijk zijn |
Ti/la/vi prego... | Ik vraag u... |
Deze uitdrukkingen kunnen zowel voor als na het werkwoord staan:
Bijvoorbeeld: Apri la porta, per favore (Open de deur, alstublieft)
Ti dispiace aprire* la porta? (Zou het mogelijk zijn om de deur te openen?)
*Onthoud dat wanneer de beleefde uitdrukking voor het werkwoord staat, het werkwoord in de infinitief moet staan.