Persoonlijk voornaamwoord in het Frans
Meld je gratis aan voor alle informatie over privélessen en onze beschikbare groepscursussen (A1, A2, B2, B2, C1, C2)
Schrijf je gratis inMeld je gratis aan voor alle informatie over privélessen en onze beschikbare groepscursussen (A1, A2, B2, B2, C1, C2)
Schrijf je gratis inPersoonlijke voornaamwoorden (les pronoms personnels) zijn verwijzingen naar iets of iemand zonder deze bij naam te noemen. Het persoonlijk voornaamwoord is de basis van elke zin en daarom erg belangrijk om te leren. De vorm hangt af van verschillende zaken:
Volg online taallessen met een professionele leraar
Het persoonlijk voornaamwoord verandert naargelang de functie die het inneemt in de zin. We onderscheiden volgende categorieën:
Het onderwerp is die- of datgene wat in de zin iets doet of is.
Frans | Nederlands |
---|---|
Je | Ik |
Tu | Jij |
Il/elle/on | Hij/zij/men |
Nous | Wij |
Vous | Jullie/u |
Ils/elles | Zij |
In het Frans is er, net als in het Nederlands, een belangrijk verschil tussen ‘jij’ en ‘u’ – oftewel ‘tu’ en ‘vous’. Terwijl ‘tu’ wordt gebruikt in informele situaties en met mensen die je al langer kent, wordt ‘vous’ gebruikt in formele situaties, bijvoorbeeld met mensen die je niet kent of met ouderen.
'On' is een algemeen en onpersoonlijk voornaamwoord. Het kan worden vertaald als 'men, je, ze'.
Het persoonlijk voornaamwoord 'ils' vervangt mannelijke woorden maar ook wanneer mannelijke én vrouwelijke woorden worden gecombineerd.
Het lijdend voorwerp is die- of datgene wat de werking van het gezegde direct ondergaat. Veel zinnen gebruiken het persoonlijk voornaamwoord én als onderwerp én als lijdend voorwerp. Je kan het lijdend voorwerp makkelijk terugvinden door de vraag "Qui? Quoi?" (Wie? Wat?) te stellen.
Frans | Nederlands |
---|---|
Me | Me |
Te | Jou |
Le/la | Hem/haar/het |
Nous | Ons |
Vous | Jullie/u |
Les | Hen |
Hieronder enkele voorbeelden van het gebruik van het lijdend voorwerp:
De werkwoorden 'écouter', 'regarder', 'aimer' en 'attendre' zijn altijd met een COD, want je voegt er quelqu'un of quelque chose aan toe: écouter quelqu'un, regarder quelqu'un ou quelque chose, aimer quelqu'un, attendre quelqu'un.
Het meewerkend voorwerp is die- of datgene die iets ontvangt of van wie iets wordt afgenomen. Het meewerkend voorwerp begint vaak met het voorzetsel 'aan', en indien niet, kan dit er meestal in gedachten worden bijgezet. Het meewerkend voorwerp kan worden gevonden via de vragen "De qui? De quoi? À qui? À quoi?" (Van wie? Van wat? Aan wie? Aan wat?).
Frans | Nederlands |
---|---|
Me | (aan) mij |
Te | (aan) jou |
Lui | (aan) hem/haar |
Nous | (aan) ons |
Vous | (aan) jullie/u |
Leur | aan hen/ (aan) hun |
De werkwoorden 'rendre visite', 'téléphoner' en 'parler' zijn steeds met een COI, want je voegt er à quelqu'un of à quelque chose aan toe: rendre visite à quelqu'un, téléphoner à quelqu'un, parler à quelqu'un.
Het beklemtoond persoonlijk voornaamwoord wordt gebruikt op het moment dat de nadruk ligt op de persoon waarnaar het verwijst. Overigens wordt het beklemtoond persoonlijk voornaamwoord ook vaak gebruikt na een voorzetsel.
Frans | Nederlands |
---|---|
Moi | Ik |
Toi | Jij |
Lui/elle | Hij/zij |
Nous | Wij |
Vous | Jullie/u |
Eux/elles | Hen |
Het voornaamwoord 'y' vervangt een deel van de zin beginnend met 'à' - of 'au', 'aux', 'a l'', 'à la' - maar ook met 'dans', 'chez', 'sur', 'en'. Dit gaat over een plaats of een object, en dus niet over een persoon.
Het voornaamwoord 'en' wordt gebruikt om een zinsdeel te vervangen dat begint met het voorzetsel 'de' - of 'du', 'de la', 'de l'', 'des'. Ook dit gaat niet over personen, maar over plaatsen of objecten. Dit voornaamwoord kan ook worden gebruikt als telwoord. In dat geval blijft het telwoord staan in de zin en wordt de rest van het zinsdeel vervangen door 'en'. Enkele voorbeelden:
Voor de persoonlijke voornaamwoorden in de vorm van een lijdend voorwerp en een meewerkend voorwerp gelden volgende regels omtrent de plaats in de zin:
1. Hun plaats is voor de persoonsvorm van het werkwoord.
2. Bij een infinitief, komen ze voor de infinitief.
Behalve bij le passé composé, dan staat het COI namelijk altijd voor de persoonsvorm in plaats van het infinitief.
Bij volgende werkwoorden komt het persoonlijk voornaamwoord toch voor de persoonsvorm te staan in plaats van het infinitief: voir, regarder, entendre, écouter, sentir, envoyer, laisser, faire. Makkelijk te onthouden als VREESELF.
3. Bij ontkenning staat 'ne' voor het persoonlijk voornaamwoord.
4. In de bevestigende gebiedende wijs neemt het persoonlijk voornaamwoord plaats achter het werkwoord gescheiden door een koppelteken.
In de bevestigende gebiedende wijs wordt 'me' 'moi' en 'te' wordt 'toi'.
In de negatieve gebiedende wijs staat het persoonlijk voornaamwoord wel voor de persoonsvorm.
Vaak blijft het niet bij slechts één persoonlijk voornaamwoord in een zin. Volgende tabel geeft de volgorde weer waarin ze horen voor te komen in een zin.
1 | 2 | 3 | 4 | 5 |
---|---|---|---|---|
Me Te Se Nous Vous | Le La Les | Lui Leur | Y | En |
Onderstaande tabel toont de volgorde van de persoonlijke voornaamwoorden in de gebiedende wijs.
1 | 2 | 3 | 4 |
---|---|---|---|
Le La Les | Moi (m') Toi (t') Lui Nous Vous Leur | Y | En |