Nummers en leren tellen in het Nederlands
Meld je gratis aan voor alle informatie over privélessen en onze beschikbare groepscursussen (A1, A2, B2, B2, C1, C2)
Schrijf je gratis inMeld je gratis aan voor alle informatie over privélessen en onze beschikbare groepscursussen (A1, A2, B2, B2, C1, C2)
Schrijf je gratis inOm getallen te zeggen in het Nederlands wordt gebruik gemaakt van twee verschillende soorten telwoorden, namelijke hoofdtelwoorden en rangtelwoorden.
Beide soorten telwoorden hebben bepaalde en onbepaalde telwoorden.
Er zijn twee soorten hoofdtelwoorden:
Bepaalde hoofdtelwoorden geven het exacte aantal en onbepaalde hoofdtelwoorden geven een aantal dat niet exact is.
Volg online taallessen met een professionele leraar
de bepaalde hoofdtelwoorden geven een exact aantal. Alle getallen van 20 tot 99 worden op dezelfde manier gevormd. Als je de getallen 21. 22 en 23 kent, kun je ook de getallen 54, 66, 83 etc. maken.
Vergeet de ë niet bij het meervoud van twee en drie, deze woorden kregen de ë omdat ze op een e eindigen.
Vanaf de duizendtallen worden de duizenden, honderdtallen en tientallen los geschreven, bij de getallen onder de honderden worden alle getallen voluit geschreven.
1 : een | 21 : eenentwintig |
2 : twee | 22 : tweeëntwintig |
3 : drie | 23 : drieëntwintig |
4 : vier | 30 : dertig |
5 : vijf | 40 : veertig |
6 : zes | 50 : vijftig |
7 : zeven | 60 : zestig |
8 : acht | 70 : zeventig |
9 : negen | 80 : tachtig |
10 : tien | 90 : negentig |
11 : elf | 100 : honderd |
12 : twaalf | 101 : honderdeneen |
13 : dertien | 121 : honderdeenentwintig |
14 : veertien | 200 : tweehonderd |
15 : vijftien | 222 : tweehonderdtweeëntwintig |
16 : zestien | 1000 : duizend |
17 : zeventien | 2222 : tweeduizend tweehonderd tweeëntwintig |
18 : achttien | 1.000.000 : een miljoen |
19 : negentien | 3.454.000 : drie miljoen vierhonderd vierenvijftig duizend |
20 : twintig | 1.000.000.000 : een miljard |
Er zijn ook onbepaalde hoofdtelwoorden, deze woorden geven een aantal aan, maar je weet niet precies hoeveel. Bijvoorbeeld: veel, weinig, enkele, meerdere, sommige, zoveel, alle
Rangtelwoorden geven de rangvolgorde in een rij weer. Er zijn twee soorten rangtelwoorden:
Bepaalde rangtelwoorden geven de exacte plaats in de rij aan. Onbepaalde rangtelwoorden geven een plaats aan die niet exact is.
Anders dan bij de hoofdtelwoorden, worden rangtelwoorden wel altijd als een woord geschreven. Grote getallen worden geschreven met een koppelteken "-".
1ste : eerste | 15de : vijftiende |
2de : tweede | 16de : zestiende |
3de : derde | 17de : zeventiende |
4de : vierde | 18de : achttiende |
5de : vijfde | 19de : negentiende |
6de : zesde | 20ste : twintigste |
7de : zevende | 21ste : eenentwintigste |
8ste : achtste | 30ste : dertigste |
9de : negende | 100ste : honderdste |
10de : tiende | 102de : honderd tweede |
11de : elfde | 121ste : honderd eenentwintigste |
12de : twaalfde | 1000ste : duizendste |
13de : dertiende | 2222ste : tweeduizend-tweehonderd-tweeëntwintigste |
14de : veertiende | 1.000.000ste : miljoenste |
een onbepaald rangtelwoord geeft een positie in een rij aan, maar je weet niet precies welke positie. Onbepaalde rangtelwoorden zijn bijvoorbeeld: middelste, laatste, zoveelste, hoeveelste.