Jezelf voorstellen in het Spaans (hallo,hoe gaat het)
Meld je gratis aan voor alle informatie over privélessen en onze beschikbare groepscursussen (A1, A2, B2, B2, C1, C2)
Schrijf je gratis inMeld je gratis aan voor alle informatie over privélessen en onze beschikbare groepscursussen (A1, A2, B2, B2, C1, C2)
Schrijf je gratis in
Of je nu op studiereis gaat of een zonvakantie, je ontmoet altijd wel nieuwe mensen. Het is daarom altijd leuk om een gesprekje te kunnen voeren in het Spaans. Op deze pagina leren we jezelf voorstellen in het Spaans.
Laten we beginnen met een korte kennismaking. Je begint met een makkelijke “hallo” in het Spaans en hier spreek je de “h” niet van uit.
Nederlands | Spaans |
---|---|
Hallo | Hola |
Goedemorgen/middag avond | ¡Buenas! |
Volg online taallessen met een professionele leraar
Net als in Nederland is het vanzelfsprekend om jezelf voor te stellen bij een eerste ontmoeting. Een aantal handige zinnen hiervoor vind je in de tabel hieronder.
Nederlands | Spaans |
---|---|
Hoe heet je? | ¿Cómo te llamas? |
Wat is jouw naam? | ¿Cuál es tu nombre? |
Ik heet ... | Me llamo ... |
Ik ben ... | Soy ... |
Mijn naam is … | Mi nombre es ... |
En hoe heet jij? | ¿Y cómo te llamas? |
Aangenaam (m/v) | Encantado/a |
Om te vragen hoe het met iemand gaat in het Spaans kun je vragen:
Nederlands | Spaans |
---|---|
Hoe gaat het? | ¿Qué tal? |
Hoe is het? | ¿Cómo estás? |
Alles goed? | ¿Todo bien? |
Goed en met jou? | Bien, gracias, ¿y tu? |
Het gaat goed/slecht | Estoy bien / mal |
Men is vaak nieuwsgierig waar jij vandaan komt, en zal dan vragen ¿De dónde eres?
Nederlands | Spaans |
---|---|
Waar kom jij vandaan | ¿De dónde eres? |
Waar woon je? | ¿Dónde vives? |
Ik kom uit Nederland | Soy de Holanda |
Ik woon in Nederland | Vivo en Holanda |
Om te vragen wat iemand doet in het dagelijks leven, kun je vragen ¿Qué haces?
Nederlands | Spaans |
---|---|
Ik ben student(e) | Soy estudiante |
Ik ben een leraar/lerares | Soy profesor(a) |
Als laatst kun je nog vragen hoe oud iemand is. Hiervoor gebruiken we het werkwoord “tener” (wat hebben betekent). Letterlijk zeg je dus “ik heb 24 jaar”.
Nederlands | Spaans |
---|---|
Hoe oud ben je? | ¿Cuántos años tienes? |
Ik ben 24 jaar | Tengo veinticuatro años |
Het is tijd om het gesprekje af te sluiten, een simpele “doei” is Adiós.
Neem ook een kijkje op de pagina met alle begroetingen in het Spaans. Hasta la próxima!