De kleuren in het Nederlands
Meld je gratis aan voor alle informatie over privélessen en onze beschikbare groepscursussen (A1, A2, B2, B2, C1, C2)
Schrijf je gratis inMeld je gratis aan voor alle informatie over privélessen en onze beschikbare groepscursussen (A1, A2, B2, B2, C1, C2)
Schrijf je gratis inIn dit onderdeel van de cursus leer je de kleuren in het Nederlands, deze woorden kun je bijvoorbeeld gebruiken als je een voorwerp wilt beschrijven.
Met behulp van de afbeeldingen kun je de kleuren in het Nederlands oefenen en je leer een paar zinnetjes in het Nederlands.
De namen van de kleuren zijn dikgedrukt!
De cirkel is geel.
De vlek is rood.
De walvis is blauw.
Volg online taallessen met een professionele leraar
De appel is groen.
Het blad is oranje.
De druiven zijn paars.
De beer is bruin.
De boom is roze.
Een primaire of secundaire kleur kan ook een helderdere of doffere tint hebben.
Bij een helderdere tint wordt het woordje licht voor de kleur geplaatst, bij een doffere tint wordt het woordje donker voor de kleur geplaatst, bijvoorbeeld:
lichtblauw - blauw - donkerblauw
lichtgroen - groen - donkergroen
Eigenlijk zijn deze woorden geen kleuren, ondanks dat veel mensen dat wel denken.
De koffer is zwart.
De muis is grijs.
Het hek is wit.
De staven zijn goud.
De medaille is zilver.
Brons is de medaille van degene die derde wordt.