De Italiaanse hulpwerkwoorden 'hebben' en 'zijn'
Meld je gratis aan voor alle informatie over privélessen en onze beschikbare groepscursussen (A1, A2, B2, B2, C1, C2)
Schrijf je gratis inMeld je gratis aan voor alle informatie over privélessen en onze beschikbare groepscursussen (A1, A2, B2, B2, C1, C2)
Schrijf je gratis in
Een belangrijke start om jezelf uit te drukken in een vreemde taal is de vervoeging van de twee meest gebruikte werkwoorden, namelijk ‘hebben’ en ‘zijn’.
Als je deze werkwoorden en hun vervoegingen al goed kent, dan zal de rest van de vervoegingen en tijden een stuk vlotter gaan.
De werkwoorden hebben (avere) en zijn (essere) zijn onregelmatige werkwoorden en hebben een aangepaste vervoeging.
Deze werkwoorden liggen ook aan de basis bij de vorming van andere Italiaanse tijden.
Dus, laten we beginnen:
Volg online taallessen met een professionele leraar
Zijn | Essere |
---|---|
Ik ben | io sono |
Jij bent | tu sei |
Hij/Zij is | lui/lei è |
Wij zijn | noi siamo |
Jullie zijn | voi siete |
Zij zijn | loro sono |
Hebben | Avere |
---|---|
Ik heb | io ho |
Jij hebt | tu hai |
Hij/Zij heeft | lui/lei ha |
Wij hebben | noi abbiamo |
Jullie hebben | voi avete |
Zij hebben | loro hanno |
Je raadt het al: deze tijd wordt gebruikt om iets te vertellen over het verleden!
Vorming: stam van de infinitief + a/i/e + vo/vi/va/vamo/vate/vano
Zijn: Verleden tijd | Essere: verleden tijd |
---|---|
Ik was | io ero |
Jij was | tu eri |
Hij/zij was | lui/lei era |
Wij waren | noi eravamo |
Jullie waren | voi eravate |
Zij waren | loro erano |
Hebben: Verleden tijd | Avere: Verleden tijd |
---|---|
Ik had | io avevo |
Jij had | tu avevi |
Hij/zij had | lui/lei aveva |
Wij hadden | noi avevamo |
Jullie hadden | voi avevate |
Zij hadden | loro avevano |
De toekomende tijd wordt gebruikt om acties aan te duiden die in de toekomst zullen gebeuren.
De -ere werkwoorden worden gevormd door de laatste -e te laten vallen. Plaatsvervangend worden de uitgangen van de toekomende tijd toegevoegd.
Onderwerp | uitgang | Onderwerp | uitgang |
---|---|---|---|
io | ò | noi | emo |
tu | ai | voi | ete |
lui/lei | à | loro | anno |
Zijn: Toekomende tijd | Essere: Toekomende tijd |
---|---|
Ik zal zijn | io sarò |
Jij zult zijn | tu sarai |
Hij/zij zal zijn | lui/lei sarà |
Wij zullen zijn | noi saremo |
Jullie zullen zijn | voi sarete |
Zij zullen zijn | loro saranno |
Hebben: Toekomende tijd | Avere: Toekomende tijd |
---|---|
Ik zal hebben | io avrò |
Jij zult hebben | tu avrai |
Hij/zij zal hebben | lui/lei avrà |
Wij zullen hebben | noi avremo |
Jullie zullen hebben | voi avrete |
Zij zullen hebben | loro avranno |
Het voltooid deelwoord wordt gevormd door -ere te vervangen door de gepaste uitgang
Infinitief | Voltooid deelwoord |
---|---|
Avere | Avuto (Gehad) |
Essere (uitzondering) | Stato (Geweest) |
Avere en essere onder de knie? Dan kan je beginnen met zinnen maken en natuurlijk gesprekken voeren!