De kleuren in het Spaans (rood, blauw, groen)
Meld je gratis aan voor alle informatie over privélessen en onze beschikbare groepscursussen (A1, A2, B2, B2, C1, C2)
Schrijf je gratis inMeld je gratis aan voor alle informatie over privélessen en onze beschikbare groepscursussen (A1, A2, B2, B2, C1, C2)
Schrijf je gratis inOf je nu op de markt bent of aan het winkelen, als het gaat om een product beschrijven, zijn kleuren altijd van belang. Ook bij de kapper kan het handig zijn om te juiste kleur aan te geven voor een haarkleuring. Op deze pagina leer je de kleuren in het Spaans en kun je met de kleuren oefenen.
Wanneer de kleur iets over het zelfstandig naamwoord zegt, noem je het een bijvoeglijk naamwoord. In het Spaans heb je mannelijke en vrouwelijke zelfstandige naamwoorden. Mannelijke woorden eindigen op 'o' en vrouwelijke op 'e'. De woorden die anders eindigen kunnen zowel mannelijk als vrouwelijk zijn. De regel hier is dat de kleur overeenkomt met het zelfstandig naamwoord. Bijvoorbeeld: Ik heb een rood t-shirt - Tengo una camiseta roja. De kleur rood zegt iets over het t-shirt, wat een vrouwelijk woord is en daarom wordt de 'o' een 'a'. De woorden die niet op 'o' of 'a' eindigen blijven hetzelfde. Bijvoorbeeld: Mijn broek is blauw - Mi pantalón es azul.
Nederlands | Spaans mannelijk | Spaans vrouwelijk |
---|---|---|
Blauw | Azul | Azul |
Rood | Rojo | Roja |
Groen | Verde | Verde |
Geel | Amarillo | Amarilla |
Paars | Morado | Morada |
Roze | Rosado | Rosada |
Bruin | Marrón | Marrón |
Zwart | Negro | Negra |
Wit | Blanco | Blanca |
Oranje | Naranja | Naranja |
Grijs | Gris | Gris |
Volg online taallessen met een professionele leraar
Hoe maak je een meervoud van de Spaanse kleuren? Het is heel gemakkelijk, je plakt er een -s aanvast bij de klinkers, en -es bij de medeklinkers. Bijvoorbeeld:
Tengo ojos azules - Ik heb blauwe ogen.
Me gustan los vestidos rojos. - Ik houd van rode jurken.
De Spaanse vlag bestaat uit twee rode horizontale banen, die gescheiden worden door een gele baan met het wapen van Spanje.
Nederlands | Spaans |
---|---|
blond haar | pelo rubio |
zwart haar | pelo negro |
rood haar | pelo rojo |
bruin haar | pelo marrón |
grijs haar | pelo gris |
wit haar | pelo blanco / canas |
Nu weet je al een beetje hoe je een object kunt beschrijven. Neem de kleuren nog een keer door en ga aan de slag met de oefeningen!