Jezelf voorstellen in het Italiaans
Meld je gratis aan voor alle informatie over privélessen en onze beschikbare groepscursussen (A1, A2, B2, B2, C1, C2)
Schrijf je gratis inMeld je gratis aan voor alle informatie over privélessen en onze beschikbare groepscursussen (A1, A2, B2, B2, C1, C2)
Schrijf je gratis inAls je iemand ontmoet, stel je meestal jezelf voor: "Hallo ik ben Jan!"
Daarom is het dus belangrijk om te weten hoe je jezelf kan voorstellen in een bepaalde taal, in dit geval in het Italiaans. In dit onderdeel zullen we jou leren hoe je dit kan doen.
Als je hier de theorie doorneemt, dan kan kan je jezelf introduceren in een mum van tijd!
Hieronder vind je twee korte zinnen waarmee je jezelf kan voorstellen in het Italiaans.
Mi chiamo (je naam) | Mijn naam is (je naam) |
---|---|
Sono (je naam) | Ik ben (je naam) |
Bijvoorbeeld:
Mi chiamo Gabriela. | Mijn naam is Anna. |
Sono Sabrina. | Ik ben Sabrina. |
Volg online taallessen met een professionele leraar
Soms moet je ook iemand anders voorstellen. Bijvoorbeeld op een feest, beurs of gewoon op straat
Wil je iemand anders voorstellen? Dan kan je gebruik maken van onderstaande zinnen.
Ti presento il mio amico (naam) | Dit is mijn (mannelijke) vriend (naam) |
---|---|
Ti presento la mia amica (naam) | Dit is mijn (vrouwelijke) vriendin (naam) |
Bijvoorbeeld:
Ti presento il mio amico Alesandro. | Dit is mijn vriend Alesandro. |
Ti presento la mia amica Anna. | Dit is mijn vriendin Anna. |
Vragen naar iemand zijn naam
Soms kan je ook iemand niet goed verstaan, of heb je de naam niet duidelijk gehoord.
Dan gebruik je één van onderstaande zinnen.
Lei come si chiama? | Wat is uw naam? (formeel) |
---|---|
Come ti chiami? | Wat is je naam? (informeel) |
Wanneer je nieuwe mensen ontmoet is het leuk om een beetje achtergrondinformatie over jezelf te geven.
Je leeftijd, of je kinderen hebt, waar je woont... Hieronder zie je enkele zinnen die je hiermee kunnen helpen:
Mi chiamo (je naam). | Mijn naam is (je naam). |
---|---|
Vengo da | Ik ben van (naam stad/dorp/land). |
Ho (leeftijd) anni. | Ik ben (leeftijd) jaar. |
Il mio compleanno è il | Mijn verjaardag is op (dag/maand). |
Ho (aantal) fratelli e sorelle. | Ik heb (aantal) broers en zussen. |
No, non ho fratelli e sorelle. | Ik heb geen broers of zussen. |
Ho (aantal) figli. | Ik heb (aantal) kinderen. |
Sono sposato. | Ik ben getrouwd (mannelijk). |
Sono sposata. | Ik ben getrouwd (vrouwelijk). |
Non sono sposato. | Ik ben niet getrouwd (mannelijk). |
Non sono sposata. | Ik ben niet getrouwd (vrouwelijk). |
Il mio indirizzo è (je adres). | Mijn adres is (je adres). |
Il mio numero di cellulare è | Mijn gsm-nummer is (nummer). |
Il mio posta elettonica è | Mijn e-mailadres is (je e-mailadres). |
Zo, nu heb je de basis zinnen onder de knie voor een eerste gesprek in het Italiaans.
Laten we nu deze geleerde zinnen eens in een gesprek gebruiken.
Hieronder een voorbeeldje van Sabrina die zichzelf voorstelt.
Lees aandachtig en kijk of je alles begrijpt.
Buongiorno!
Mi chiamo Sabrina
Vengo da Belgio
Ho 22 anni
Il mio compleanno è il 23 settembre
Ho 2 fratelli e sorelle.
Non sono sposata.
Wil je nog wat meer informatie over werkwoorden hebben en zijn? Of train je liever nog wat op de voornaamwoorden? Dan kan je gaan kijken naar de bijhorende pagina's in onze grammatica cursus: De voornaamwoorden en de werkwoorden hebben en zijn.
Heb je toch alles begrepen?
Dan ben je helemaal klaar voor de oefeningen!