Dagelijks gesprek in het Spaans(restaurant,weg vragen)

Meld je gratis aan voor alle informatie over privélessen en onze beschikbare groepscursussen (A1, A2, B2, B2, C1, C2)

Wil je de Spaanse taal beter leren?

Zorg er dan allereerst voor dat je durft te spreken. Op deze pagina vind je een aantal handige zinnen die je kunt toepassen op verschillende situaties, in een restaurant bijvoorbeeld!

Lesoverzicht

Verbergen

1.Bestellen in een Restaurant
1.1.
1.2.Een tafel vinden
1.3.Eten en drinken bestellen
1.4.De rekening vragen
2.De weg vragen in het Spaans
2.1.Welke kant moet ik op?
2.2.In de taxi
3.Winkelen in het Spaans
4.Oefeningen
4.1.Vertaaloefening in een Spaans restaurant
4.2.In een Spaanse winkel (oefening)
4.3.Oefen met de weg vragen in het Spaans.

Bestellen in een Restaurant

Wanneer je in een typisch Spaans restaurant beland bent, kan het zo zijn dat men daar geen Engels spreekt. Daarom is het handig om een aantal zinnen te leren die je kunt gebruiken om een gesprek te voeren met iemand van de bediening.

Heb je een vraag?

Volg online taallessen met een professionele leraar

Native en geverifieerde leraren
Gratis proefles
Inclusief lesmateriaal

María Mercedes D.

Nicole H.

Nancy D.

Elvira V.

Tsarina T.

Caroline P.

Nienke L.

Alexandra M.

Soledad A.

Carol P.

Schrijf je gratis in

Een tafel vinden

Je loopt een restaurant binnen en de eerste vraag is waarschijnlijk: ¿Ha reservado? - heeft u gereserveerd? In de tabel zie je hoe je op deze vraag kunt reageren.

Nederlands	Spaans
Ik heb een tafel voor drie personen gereserveerd.	He reservado una mesa para tres.
Een tafel voor twee personen alstublieft.	Una mesa para dos personas, por favor.
Is deze tafel vrij?	¿Esta mesa está libre?

Eten en drinken bestellen

De bediening in Spanje kun je aanspreken met camarero - ober. Als je gaat proosten zeg je ¡salud! en eet smakelijk is Buen provecho!

Nederlands	Spaans
Wil je iets drinken?	Quiere algo de beber?
Wil je iets eten?	¿Quiere comer algo?
Mag ik de kaart?	La carta, por favor.
Wat beveelt u mij aan?	¿Qué me recomienda?
Heeft u vegetarische gerechten?	¿Tienen comida vegetariana?
Het gerecht van de dag is..	El plato del dia es..
Wilt u mij een Fanta geven?	¿Me pone una Fanta?
Ik wil graag nog wat brood.	Quisiera un poco más de pan.
Nog een biertje graag.	Otra cerveza, por favor.
Wat voor soort wijnen heeft u?	¿Qué clase de vino tiene?

De rekening vragen

Mag ik de rekening? De ober zal vragen of alles naar wens was en als je uitmuntend hebt gegeten kun je zeggen: ¡Felicite al cocinero! - complimenten aan de chef!

Nederlands	Spaans
Heeft het gesmaakt?	¿Le ha gustado?
Het heeft heerlijk gesmaakt.	Estuvo delicioso.
Kan ik de rekening krijgen?	¿Me puede traer la cuenta?
Wij willen graag betalen.	Queremos pagar.
Wij delen de rekening.	Compartimos la cuenta.

De weg vragen in het Spaans

Is het nog ver of dichtbij? Soms weet je niet precies welke kant je op moet en is het goed om een aantal zinnen te onthouden om de weg te vragen.

de wegvragen in het Spaans

Welke kant moet ik op?

Nederlands	Spaans
Is het ver?	¿Queda lejos?
Ik ben de weg kwijt.	Estoy perdido.
Waar kan ik een tankstation vinden?	¿En dónde puedo encontrar gasolinera?
Hoe kom ik bij het treinstation?	¿Cómo llego a la estación del tren?
Ga linksaf	Vaya a la izquierda
Ga rechtsaf	Vaya a la derecha
Ga rechtdoor	Siga derecho.
Ga voorbij de stoplichten.	Pase los semáforos.
Zoek het kruispunt.	Ponga atención a la intersección.

In de taxi

Soms zit je in een taxi met handgebaren duidelijk te maken waar je precies heen moet. Het strand is altijd een goed idee, lees hieronder de zinnen die je kunt gebruiken tijdens een taxirit.

Nederlands	Spaans
Ik moet naar het Strand.	Necesito ir a la playa.
Hoeveel kost het om naar het strand te gaan?	¿Cuál es el precio para ir a la playa?
Hoeveel gaat het kosten?	¿Cuanto cuesta?
Zijn we er bijna?	¿Estamos cerca?
Ik wil graag een taxi bestellen.	Necesito un taxi, por favor.

Winkelen in het Spaans

winkeleninhetspaans

Je bent lekker aan het shoppen en je wilt weten of die mooie blouse er nog in jouw maat is. Nuttige zinnen voor het winkelen:

Nederlands	Spaans
Wat kost het?	¿Cuánto cuesta?
Kan ik met creditcard betalen?	¿Puedo pagar con tarjeta de crédito?
Mag ik een tasje?	¿Me puede dar una bolsa por favor?
Mag ik dit passen?	¿Me puedo probar esto?
Heeft u deze in medium? (maat)	¿Tiene esto en mediano?
Het is te klein.	Es demasiado pequeño.
Ik wil dit graag retourneren.	Me gustaría regresar esto.
Kunt u mij de kassabon geven?	¿Me puede dar el recibo?
Kunt u het voor mij inpakken?	¿Me lo puede envolver?
Waar zijn de kleedkamers?	¿En dónde se encuentran los probadores?