Nederlandse bijvoeglijke naamwoorden
Meld je gratis aan voor alle informatie over privélessen en onze beschikbare groepscursussen (A1, A2, B2, B2, C1, C2)
Schrijf je gratis inMeld je gratis aan voor alle informatie over privélessen en onze beschikbare groepscursussen (A1, A2, B2, B2, C1, C2)
Schrijf je gratis inIn dit onderdeel van de cursus maak je kennis met bijvoeglijke naamwoorden. Je leert wat bijvoeglijke naamwoorden zijn en op welke manieren je deze kunt gebruiken. Je leert ook de voltooid deelwoorden die gebruikt worden als bijvoeglijke naamwoorden en daarnaast maak je maak kennis met de stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden.
Het bijvoeglijk naamwoord is een woord dat wordt gebruik om een zelfstandig naamwoord nader te omschrijven. Het bijvoeglijk naamwoord wordt meestal geplaatst voor het zelfstandig naamwoord. Er zijn vier manieren om bijvoeglijke naamwoorden te gebruiken: attributief, zelfstandig, predicatief en bijwoordelijk.
Gebruik van bijvoeglijke naamwoorden | Voorbeeld |
---|---|
1. Attributief gebruik van bijvoeglijke naamwoorden. De bijvoeglijke naamwoorden staan direct voor het zelfstandig naamwoord waar ze bij horen. |
|
2. Zelfstandig gebruik van bijvoeglijke naamwoorden. Een bijvoeglijk naamwoord dat zelfstandig in zinnen staan, zonder bijbehorend woord, waar het iets over zegt. . |
|
3. Predicatief gebruik van bijvoeglijke naamwoorden. Komt voor in zinnen met een koppelwerkwoord als het naamwoordelijk deel van het gezegde. |
|
4. Bijwoordelijk gebruik van bijvoeglijke naamwoorden. Wordt gebruikt in een bijwoordelijke bepaling. Het bijvoeglijk naamwoord wordt dan meestal een bijwoord genoemd. |
|
Een bijvoeglijk naamwoord kan ook predicatief gebruikt worden als een bepaling van gesteldheid: 'Vind je hem niet druk?'
Volg online taallessen met een professionele leraar
Van een voltooid deelwoord kun je ook een bijvoeglijk naamwoord maken. Er zijn twee manieren om dit te doen:
1. Als het voltooid deelwoord eindigt op '-en', verandert er niets aan de spelling van het voltooid deelwoord. Wanneer het gebruikt wordt als bijvoeglijk naamwoord:
2. Als het voltooid deelwoord eindigt op een '-d' of een '-t' wordt een extra '-e' toegevoegd, om een zo kort mogelijk bijvoeglijk naamwoord te maken. Soms moet er een extra medeklinker toegevoegd worden, vanwege de uitspraak:
Een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord zegt iets over het materiaal waarvan het zelfstandig naamwoord gemaakt is. De meeste stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden eindigen op '-en', maar er zijn enkele uitzonderingen:
Wanneer je niet zeker weet of een woord een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord is, kan 'van' voor het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord gezet worden om dit te controleren.
Bijvoorbeeld: De gouden ring - de ring is van goud.
Test of je de uitleg hebt begrepen met de oefeningen hieronder.
1 Uitgangen van Nederlandse bijvoeglijke naamwoorden | Leer alles over de Nederlandse adjectieven. |
2 Nederlandse trappen van vergelijking | trappen van vergelijking zijn vormen van het bijvoeglijk naamwoord om zaken te vergelijken. |