Personen beschrijven in het Spaans(uiterlijk,karakter)
Meld je gratis aan voor alle informatie over privélessen en onze beschikbare groepscursussen (A1, A2, B2, B2, C1, C2)
Schrijf je gratis inMeld je gratis aan voor alle informatie over privélessen en onze beschikbare groepscursussen (A1, A2, B2, B2, C1, C2)
Schrijf je gratis inLeuk dat je op deze pagina bent beland! In verschillende situaties kan het van belang zijn om personen, of jezelf te beschrijven. We beginnen met de onderdelen van het menselijk lichaam, wat van belang kan zijn bij de dokter of in andere situaties waar je aan kunt geven waar je last van hebt. Daarna leer je hoe je iemands uiterlijk kunt beschrijven, dit is handig wanneer je iemand wil identificeren. Als laatste leer je hoe je karaktereigenschappen kunt beschrijven.
Volg online taallessen met een professionele leraar
We beginnen met de onderdelen van het gezicht in het Spaans:
Nederlands | Spaans |
---|---|
Het haar | El cabello |
Het gezicht | La cara |
De ogen | Los ojos |
Het oor | El oído |
De neus | La nariz |
De mond | La boca |
De kin | La barbilla |
In verschillende situaties kan het handig zijn om de verschillende onderdelen van het lichaam - el cuerpo - te kunnen benoemen, bij de dokter bijvoorbeeld. Bestudeer de afbeelding en bekijk de tabel voor de vertaling in het Nederlands!
Nederlands | Spaans |
---|---|
Het hoofd | La cabeza |
De schouder | El hombro |
De borst | El pecho |
De arm | El brazo |
De elleboog | El codo |
De buik | El vientre |
De hand | El mano |
De knie | La rodilla |
Het been | La pierna |
De enkel | El tobillo |
De voet | El pie |
De rug | La espalda |
Als je mensen beschrijft in het Spaans, dan gebruik je het werkwoord 'ser' wat 'zijn' betekent. Je zegt dan ello / ella es + bijvoeglijk naamwoord (hij / zij is + bnv).
De volgende woorden kun je gebruiken om iemands uiterlijk te beschrijven, bijvoorbeeld: Ella es muy alta - Zij is erg lang.
Nederlands | Spaans (m,v) |
---|---|
knap | guapo, guapa |
mooi | hermoso, hermosa |
lelijk | feo, fea |
klein | bajo, baja |
groot, lang | alto, alta |
dik | gordo, gorda |
dun | delgado, delgada |
licht haar | rubio, rubia |
donker haar | moreno, morena |
kaal | calvo, calva |
Klein kun je zijn, maar blauwe ogen heb je. Daarom gebruiken we voor een aantal uiterlijke kenmerken het werkwoord 'tener' wat 'hebben' betekent. Je zegt dan ello / ella tiene + kenmerk (hij / zij heeft ...). De volgende woorden kun je gebruiken voor uiterlijke kenmerken, bijvoorbeeld: Ella tiene ojos azules - zij heeft blauwe ogen.
Nederlands | Spaans |
---|---|
blauwe ogen | ojos azules |
baard | barba |
sproeten | pecas |
snor | bigote |
Net als bij het uiterlijk gebruik je voor de karaktereigenschappen in het Spaans het werkwoord 'ser' (zijn): ello / ella es + karaktereigenschap. Bijvoorbeeld: Ella es seria - zij is serieus.
Nederlands | Spaans (m, v) |
---|---|
rustig | tranquilo, tranquila |
stil | callado, callada |
saai | aburrido, aburrida |
serieus | serio, seria |
lui | vago, vaga |
intelligent | inteligente |
gek | loco, loca |
dom | tonto, tonta |
lief | amable |
verlegen | tímido, tímida |
Tot zover het beschrijven van personen in het Spaans. Mocht je meer willen leren, bekijk dan zeker de andere pagina's van deze cursus. Tot de volgende keer!