Gezondheid: bij de dokter in het Italiaans
Meld je gratis aan voor alle informatie over privélessen en onze beschikbare groepscursussen (A1, A2, B2, B2, C1, C2)
Schrijf je gratis inMeld je gratis aan voor alle informatie over privélessen en onze beschikbare groepscursussen (A1, A2, B2, B2, C1, C2)
Schrijf je gratis inJe wilt het niet meemaken, maar het kan altijd: je bent in Italië en wordt ziek of hebt pijn. Voor een doktersbezoek is het handig dat je dan de verschillende lichaamsdelen kent.
In deze les bespreken we de lichaamsdelen en leer je enkele handige Italiaanse zinnen die je in die situatie kan gebruiken. Je leert ook de uitspraak, aangezien er in deze cursus erg veel audiofragmenten zijn. Je slaat dus twee vliegen in één klap!
Allereerst is het belangrijk om de verschillende lichaamsdelen te kennen: zo kan je toch al in het Italiaans uitleggen waar je exact pijn hebt, dit kan het werk van de dokter ook vergemakkelijken!
In onderstaande tabel vind je deze algemene lichaamsdelen terug. Ook de onderstaande afbeelding kan je helpen!
Il corpo | Het lichaam | |
---|---|---|
corporale | lichamelijk | |
la pelle | de huid | |
il pelo | het (lichaams)haar | |
1 | la testa | het hoofd |
2 | il collo | de hals, nek |
3 | la spalla | de schouder |
4 | il petto | de borst |
5 | il ventre | de buik |
6 | la schiena | de rug |
7 | il braccio | de arm |
8 | la mano | de hand |
9 | il dito | de vinger |
10 | le dita | de vingers |
11 | il dito del piede | de teen |
12 | la gamba | het been |
13 | il ginocchio | de knie |
14 | il piede | de voet |
Volg online taallessen met een professionele leraar
Soms moet je ook iets specifieker uitleggen. Deze tabel helpt je op weg met de verschillende onderdelen van het hoofd.
Italiaans | Nederlands |
---|---|
la testa | het hoofd |
la faccia | het gezicht |
la fronte | het voorhoofd |
la tempia | de slaap |
la bocca | de mond |
il dente | de tand |
il labbro | de lip |
la lingua | de tong |
la gola | de keel |
En natuurlijk ook aan je handen heb je 5 verschillende vingers.
le mani | de handen | |
---|---|---|
5 | il pollice | de duim |
4 | l'indice | de wijsvinger |
3 | il dito medio | de middelvinger |
2 | l'anulare | de ringvinger |
1 | il mignolo | de pink |
Soms kan je ook last hebben van je organen.
In onderstaande tabel worden de meest bekende organen in het Italiaans opgesomd.
l'organismo | het organisme |
---|---|
l'organo | het orgaan |
il sangue | het bloed |
il muscolo | de spier |
il cuore | het hart |
il fegato | de lever |
lo stomaco | de maag |
il polmone | de long |
Zo, je kan nu de belangrijkste zaken benoemen. Toch is het altijd handig als je ook wat basiszinnetjes kent die je bij een doktersbezoek kan gebruiken.
Daarom vind je hier onder enkele belangrijke zinnen in het Italiaans terug.
Italiaans | Nederlands |
---|---|
Mi fa male qui. | Het doet hier pijn. |
Ho uno sfogo qui. | Ik heb hier uitslag. |
Ho la febbre. | Ik heb koorts. |
Ho il raffreddore. | Ik heb een verkoudheid. |
Ho la tosse. | Ik moet hoesten. |
Sono sempre stanco. | Ik ben constant moe. |
Mi gira la testa. | Ik ben duizelig. |
Credo di aver mangiato qualcosa di sbagliato. | Ik denk dat ik iets verkeerds gegeten heb. |
Mi fa male il _[parte del corpo]_. | Mijn (lichaamsdeel) doet pijn. |
Non riesco a muovoere il _[parte del corpo]_. | Ik kan mijn (lichaamsdeel) niet bewegen. |
Een voorbeeld
Mi fa male il braccio. - Mijn arm doet pijn.
Non riesco a muovoe il dito. - Ik kan mijn vinger niet bewegen.
Mi fa male la schiena. - Mijn rug doet pijn.
Non riesco a muovoe la gamba. - Ik kan mijn been niet bewegen.
Vooral bij een noodgeval is het belangrijk om te weten wat je moet zeggen in het Italiaans.
Kijk daarom goed naar onderstaande zinnen in het Italiaans.
Italiaans | Nederlands |
---|---|
Devo andare in ospedale. | Ik moet naar het ziekenhuis. |
Non mi sento bene. | Ik voel me niet lekker. |
Ho bisogno di un dottore subito! | Ik moet onmiddelijk naar de dokter! |
Aiuto! | Help! |
Chiamate un'ambulanza! | Bel een ambulance! |
Alberto: Buongiorno Dr. Castro. - Goedemorgen dokter Castro.
Dr. Castro: Buongiorno Alberto! - Goedemorgen Alberto.
Alberto: Non me sento bene. Ho la febbre. - Ik voel me niet lekker. Ik heb koorts.
Mi gira la testa e sono sempre stanco. - Ik ben duizelig en ik ben constant moe.
Mi fa male la testa e il ventre. - Mijn hoofd en mijn buik doen pijn.
Nu is het jouw beurt! Maak de oefeningen om de woordenschat nog beter onder de knie te krijgen.