Italiaanse werkwoorden vervoegen
Meld je gratis aan voor alle informatie over privélessen en onze beschikbare groepscursussen (A1, A2, B2, B2, C1, C2)
Schrijf je gratis inMeld je gratis aan voor alle informatie over privélessen en onze beschikbare groepscursussen (A1, A2, B2, B2, C1, C2)
Schrijf je gratis inDe werkwoorden worden gevormd door de stam en een vaste uitgang.
Deze vaste uitgang kan variëren en is afhankelijk van verschillende elementen:
1. De persoon waarover je spreekt: je hebt 3 enkelvoudige (io,tu,egli/ella) en 3 meervoudige (noi,voi,essi/esse) persoonsvormen.
2. Het geslacht: Vrouwelijk of mannelijk
3. De vervoeging: de uitgang is afhankelijk van de uitgangen: -ire, -are en -ere.
Volg online taallessen met een professionele leraar
De regelmatige werkwoorden zijn het gemakkelijkst te vervoegen.
Ze volgen een bepaald schema. Er zijn 3 soorten uitgangen:
- ire (bijvoorbeeld partire - vertrekken)
- ere (bijvoorbeeld credere - geloven)
- are (bijvoorbeeld parlare - praten)
Zoals bij elke taal zijn er helaas ook veel onregelmatige werkwoorden.
De onregelmatige werkwoorden zijn de werkwoorden die de normale regels niet volgen en deze vervoegingen zal je uit het hoofd moeten leren, zo verandert de stam meestal.
Enkele veel voorkomende onregelmatige werkwoorden zijn:
Italiaans | Nederlands |
---|---|
Avere | Hebben |
Andare | Gaan |
Bere | Drinken |
Dire | Zeggen |
Dare | Geven |
Dovere | Moeten |
Essere | Zijn |
Fare | Maken/Doen |
Potere | Kunnen |
Rimanere | Blijven |
Sapere | Weten |
Scegliere | Kiezen |
Uscire | Uitgaan |
Venire | Komen |
Volere | Willen |
Je gebruikt andere tijden als je wil praten over de toekomst, het heden of het verleden.
De verschillende tijden worden hieronder opgesomd:
De tijd | hoe wordt het gevormd | voorbeeld |
---|---|---|
Presente indicativo | stam + (-o, -i, -a, -iamo, -ate, -ano) | io parlo |
Passato prossimo | Tegenwoordige tijd van essere en avere + voltooid deelwoord. | ha avuto |
Indicativo imperfetto | are: stam + (-avo, -avi, -ava, -avamo, -avate, -avano) | voi mangiavate voi credevate voi dormivate |
Passato remoto | are: stam + (-ai, -asti, -ò, -ammo, -aste, -arono) | lui parlò lui batté lui partì |
Futuro semplice | are: stam + (-erò, -erai, -erà, -eremo, -erete, -eranno) | io arriverò io scriverò io dormirò |
Futuro anteriore | futuro semplice van essere of avere + voltooid deelwoord | io avrò parlato io sarò partito |
Il congiuntivo presente | are: stam + (-i, -i, -i, -iamo, -iate, -ino) | loro parlino loro vedano loro dormano |
Il congiuntivo passato | essere/avere in congiuntivo presente + voltooid deelwoord | tu abbia parlato tu sia rimasto |
Il congiuntivo imperfetto | are: stam + (-assi, -assi, -asse, -assimo, -aste, -assero) ere: stam + (-essi, -essi, -esse, -essimo, -este, -essero) ire: stam + (-a, -a, -a, -iamo, -iate, -ano) | io ballassi io cadessi io dormissi |
Il congiuntivo trapassato | congiuntivo imperfetto van essere/avere + voltooid deelwoord | voi aveste suonato voi foste caduto |
Il condizionale passato | Condizionale Presente van avere of essere + voltooid deelwoord | io avrei mangiato io sarei partito |
il condizionale presente | are: stam + (-erei, -eresti, -erebbe, -eremmo, -ereste, -erebbero) ere: stam + (-erei, -eresti, -erebbe, -eremmo, -ereste, -erebbero) ire: stam + (-irei, -iresti, -irebbe, -iremmo, -ireste, -irebbero) | io mangerei io crederei io dormirei |
Imperativo | tu en voi vorm van de presente indicativo | tu parla voi parlate |
Participio presente | are: stam + ante ere: stam + ente ire: stam + ente | andare - andante avere - avente partire - partente |
Participio passato | are: stam + ato ere: stam + uto ire: stam + ito | andare - andato avere - avuto dormire - dormito |
Om je verder te verdiepen in de werkwoorden en hun vervoegingen moet je alleen maar te klikken op 1 van onderstaande subpagina's! Veel succes!
1 De Italiaanse onvoltooid tegenwoordige tijd | Leer snel en gemakkelijk de tegenwoordige tijd in het Italiaans |
2 De Italiaanse voltooide tegenwoordige tijd | Het leren van de onvoltooid verleden tijd in het Italiaans |
3 De Italiaanse onvoltooid verleden tijd | Leer samen met ons de onvoltooid verleden tijd in het Italiaans! |
4 De Italiaanse voltooid verleden tijd | Leer op een gemakkelijke manier de voltooid verleden tijd in het Italiaans |
5 De Italiaanse hulpwerkwoorden 'hebben' en 'zijn' | Leer de vervoeging van de Italiaanse werkwoorden 'Hebben' en 'Zijn' |
6 De Italiaanse onvoltooid toekomende tijd | Leer de onvoltooid toekomende tijd in het Italiaanse op een gemakkelijke manier |
7 De Italiaanse voltooid toekomende tijd | Leer samen met ons de voltooid toekomende tijd in het Italiaans |
8 De conjunctief in het Italiaans | Leer met ons op een duidelijke manier de conjunctief in het Italiaans |
9 De conditionals in het Italiaans | Het instuderen van de conditionals in het Italiaans met een cursus en bijhorende oefeningen |
10 De gebiedende wijs in het Italiaans (imperatief) | Leer met een cursus en bijhorende oefeningen de imperatief in het Italiaans |
11 De Italiaanse deelwoorden (voltooide en onvoltooide) | Leer snel en gemakkelijk de voltooide deelwoorden in het Italiaans. |