De Italiaanse onvoltooid verleden tijd
Meld je gratis aan voor alle informatie over privélessen en onze beschikbare groepscursussen (A1, A2, B2, B2, C1, C2)
Schrijf je gratis inMeld je gratis aan voor alle informatie over privélessen en onze beschikbare groepscursussen (A1, A2, B2, B2, C1, C2)
Schrijf je gratis inDe onvoltooid verleden tijd of Indicativo imperfetto wordt gebruikt om handelingen en gebeurtenissen in het verleden te beschrijven.
Deze tijd wordt het meeste gebruikt in het Nederlands en Italiaans om te spreken over het verleden.
In deze les leer je wanneer en hoe je de onvoltooid verleden tijd gebruikt.
Bij de indicativo imperfetto worden de uitgangen van de infinitief vervangen door de uitgangen van de imperfetto.
In onderstaande tabel geven we een aantal voorbeelden om het duidelijker te maken:
Mangi-are (eten) | Cred-ere (geloven) | Dorm-ire (slapen) | |
---|---|---|---|
io | mangiavo | credevo | dormivo |
tu | mangiavi | credevi | dormivi |
lui/lei | mangiava | credeva | dormive |
noi | mangiavamo | credevamo | dormivamo |
voi | mangiavate | credevate | dormivate |
loro | mangiavano | credevano | dormivano |
Het gemakkelijke aan deze tijd is dat de meeste Italiaanse werkwoorden regelmatig zijn. Let wel op: De onregelmatige Italiaanse werkwoorden avere (hebben), essere (zijn) en fare (doen) zijn hier duidelijke uitzonderingen op.
Voor de volledige vervoeging van avere en essere kan je naar cursus 'De werkwoorden essere en avere in het Italiaans' gaan.
In onderstaande tabel vind je de vervoeging van fare (doen).
Fare (doen) | |
---|---|
io | facevo |
tu | facevi |
lui/lei | faceva |
noi | facevamo |
voi | facevate |
loro | facevano |
Volg online taallessen met een professionele leraar
De indicativo imperfetto kan worden gebruikt in 3 situaties:
1. Om een gewoonte in het verleden uit te drukken.
Al liceo io e Alberto dormivamo spesso in classe. - Op de middelbare school sliepen Alberto en ik vaak in de klas.
Quando era piccola Emilie scriveva spesso lettere ai suoi amici. - Toen ze klein was schreef Laura vaak brieven aan haar vrienden.
2. Om acties in het uit te drukken die een tijdje hebben geduurd.
Mentre faceva rumore, la maestra gli diceva di smettere. - Tijdens het maken van lawaai, zei de leraar hem te stoppen.
Non smetteva di giocare, nonostante il dolore alla gamba. - Hij zou niet stoppen met spelen, ondanks de pijn in zijn been.
3. Om het verleden te beschrijven.
Il palazzo era rosa. - Het gebouw was roos.
Emilie aveva una giacca nera. - Emilie had een zwarte jas.
Nu je door de cursus heen bent, kan je overschakelen naar de oefeningen, succes!