Familie in het Frans (stamboom, mama, tante)
Meld je gratis aan voor alle informatie over privélessen en onze beschikbare groepscursussen (A1, A2, B2, B2, C1, C2)
Schrijf je gratis inMeld je gratis aan voor alle informatie over privélessen en onze beschikbare groepscursussen (A1, A2, B2, B2, C1, C2)
Schrijf je gratis inDeze les gaat over de stamboom en de familieleden in het Frans. Lees de les aandachtig en los nadien de oefeningen op. Veel succes!
Nederlands | Frans |
---|---|
De familie | La famille |
De ouders | Les parents |
De vader; de papa | Le père; le papa |
De moeder; de mama | La mère; la maman |
De grootouders | Les grands-parents |
De grootvader; de opa | Le grand-père; le papi |
De grootmoeder; de oma | La grand-mère; la mamie |
De zoon | Le fils |
De dochter | La fille |
De broer | Le frère |
De zus | La sœur |
De oom | L'oncle |
De tante | La tante |
De neef | Le cousin |
De nicht | La cousine |
De peter | Le parrain |
De meter | La marraine |
Het kind | L'enfant |
Stiefbroer/schoonbroer | Beau-frère |
Stiefzus/schoonzus | Belle-soeur |
Schoonzoon | Beau-fils |
Schoondochter | Belle-fille |
Volg online taallessen met een professionele leraar
Laten we de stamboom lezen:
Mes parents ont trois enfants au total. (Mijn ouders hebben in totaal drie kinderen.)
Ma mère a cinq ans de plus que mon père. (Mijn moeder is vijf jaar ouder dan mijn vader.)
Maman est née en Belgique. (Mama is in België geboren.)
Papa n'aime plus maman. (Papa houdt niet meer van mama.)
Son fils est un adolescent. (Zijn zoon is een tiener.)
La fille de Luc et Sandra est déjà mariée. (De dochter van Luc en Sandra is al getrouwd.)
Mon fils me doit beaucoup d'argent. (Mijn zoon is me veel geld verschuldigd.)
Ma fille aime voyager. (Mijn dochter houdt van reizen.)
Mon oncle et ma tante sont déjà mariés depuis vingt ans. (Mijn oom en tante zijn al twintig jaar getrouwd.)
Mon oncle est un ivrogne qui me met mal à l'aise. (Mijn oom is een dronkaard die me ongemakkelijk maakt.)
Ma tante est très gentille. (Mijn tante is zeer vriendelijk.)
Ma tante est déprimée depuis quinze ans. (Mijn tante is al vijftien jaar lang depressief.)
Le papi de Sandra est très vieux. (De opa van Sandra is erg oud.)
Ma mamie ne sait plus où j'habite. (Mijn oma weet niet meer waar ik woon.)
Ses grands-parents sont mariés depuis plus de cinquante ans. (Zijn grootouders zijn al meer dan vijftig jaar getrouwd.)
Mon grand-père a failli tuer le voisin avec sa voiture. (Mijn grootvader heeft bijna de buur gedood met de auto.)
Ga nu verder met het oplossen van de reeks oefeningen. Veel succes!