Indefinido in het Spaans (verleden tijd)
Meld je gratis aan voor alle informatie over privélessen en onze beschikbare groepscursussen (A1, A2, B2, B2, C1, C2)
Schrijf je gratis inMeld je gratis aan voor alle informatie over privélessen en onze beschikbare groepscursussen (A1, A2, B2, B2, C1, C2)
Schrijf je gratis inHallo allemaal, welkom bij een nieuwe les van de Spaanse grammatica cursus.
Vandaag gaan we het hebben over de Pretérito indefinido, of wel de verleden tijd, die wordt gebruikt om gebeurtenissen in het verleden uit te drukken. Je leert hoe je de indefinido kunt herkennen en toepassen.
Als je praat over een handeling of gebeurtenis die op een bepaald tijdstip plaats gevonden heeft, gebruik je de indefinido. Dit betekent dat het moment dat je erover spreekt, je niet meer in dezelfde tijd leeft als waarin de gebeurtenis plaatsvond. Bijvoorbeeld: Mi hermana llegó ayer - Mijn zus kwam gisteren aan. Jij leeft vandaag, maar de gebeurtenis was gisteren.
Volg online taallessen met een professionele leraar
De onderstaande tabel zal je helpen met het herkennen van de Indefinido. Als je deze signaalwoorden in de zin ziet, weet je dat je de Indefinido kunt toepassen. Kijk ook altijd naar de context.
Nederlands | Spaans |
---|---|
gisteren | ayer |
eergisteren | anteayer |
vorige week | la semana pasada |
in februari | en febrero |
een jaar geleden | hace un año |
in 2015 | en 2015 |
vorige zomer | el verano pasado |
Bij het vervoegen van de indefinido is er één voordeel: de werkwoorden eindigend op -er / -ir worden op dezelfde manier vervoegd! Er zijn dus twee manieren om de werkwoorden te vervoegen van deze verledentijd.
In de tabel vind je drie voorbeelden van werkwoorden die vervoegd worden in de indefinido.
-ar | -er | -ir | |
---|---|---|---|
hablar (praten) | beber (drinken) | vivir (leven) | |
yo | hablé | bebí | viví |
tú | hablaste | bebiste | viviste |
él,ella,usted | habló | bebió | vivió |
nosotros | hablamos | bebimos | vivimos |
vosotros | hablasteis | bebisteis | vivisteis |
ellos,ellas,ustedes | hablaron | bebieron | vivieron |
Bij de onregelmatige werkwoorden wordt er nog een klein verschil gemaakt tussen de volledig onregelmatige werkwoorden en de onregelmatige werkwoorden met stamverandering.
In deze tabel vind je de werkwoorden die totaal afwijken van de reguliere werkwoorden in de verleden tijd.
dar (geven) | ser (zijn) | ir (gaan) | |
---|---|---|---|
yo | di | fui | fui |
tú | diste | fuiste | fuiste |
él,ella,usted | dio | fue | fue |
nosotros | dimos | fuimos | fuimos |
vosotros | disteis | fuisteis | fuisteis |
ellos,ellas,ustedes | dieron | fueron | fueron |
Valt het je op dat de werkwoorden ser (zijn) en ir (gaan) precies op dezelfde manier vervoegd worden?
In de tabel vind je een overzicht van een aantal onregelmatige werkwoorden van de indefinido. Voor al deze werkwoorden zijn de uiteinden hetzelfde, deze vind je onder de tabel.
andar (lopen) | anduv- |
haber (hebben) | hub- |
tener (hebben) | tuv- |
estar (zijn) | estuv- |
poder (kunnen) | pud- |
poner (zetten) | pus- |
querer (willen) | quis- |
saber (weten) | sup- |
venir (komen) | vin- |
hacer (doen,maken) | hic- / hiz- |
Decir (zeggen) | dij* |
De uitgangen van deze werkwoorden zijn:
Nederlands | Spaans |
---|---|
Gisteren was ik met hen. | Estuve con ellos ayer. |
Hij was daar niet. | Él no estuvo allí. |
Alles was hetzelfde vorig jaar. | Todo fue igual el año pasado. |
Ik zocht een taxi. | Busqué un taxi. |
Afgelopen winter sneeuwde het niet. | No nevó el invierno pasado. |
Tot zover de pagina over de indefinido. Het duurt misschien even voor je het helemaal snapt, maar de oefeningen zullen je hier zeker bij helpen. Tot de volgende keer!